Alle mensen
Johannes 2:24
„Omdat Hij hen allen kende.”
Hij kende hen allen, niet alleen hun naam en hun gezicht zoals wij vele mensen niet kunnen kennen, maar hun aard en hun karakter, hun genegenheden en hun bedoelingen. Zo kennen wij niemand en zo kennen we nauwelijks onszelf.
Hij kent alle mensen, want Zijn machtige hand heeft ze allen gemaakt en Zijn doordringend oog ziet hen allemaal, en Hij doorziet alle mensen. Hij kent Zijn listige vijanden en al hun geheime plannen, Zijn valse vrienden en hun ware karakter. Wat zij werkelijk zijn, hoe zij zich ook mogen voordoen.
Hij kent allen die in waarheid de Zijnen zijn, Hij kent hun oprechtheid en hun zwakheid. Hij had Zijn kennis niet verkregen door te luisteren naar wat anderen Hem hadden verteld, maar door Zijn eigen onfeilbaar inzicht.
Aardse vorsten moeten helaas kijken door de ogen van andere mensen en moeten horen met de oren van andere mensen en moeten de dingen nemen zoals men ze aan hen voorstelt.
Matthew Henry, predikant in Engeland (uit: ”Roemen in het kruis”)