Na dertig jaar valt het doek
CAPE CANAVERAL – De laatste routinemissie naar het ruimtestation ISS die vrijdag begon, luidt het einde in van een tijdperk dat 196 miljard dollar en het leven van veertien astronauten heeft gekost. Bij haar terugkomst kan spaceshuttle Atlantis het museum ingereden worden. En een opvolger is er niet.
De reizen met de spaceshuttles van NASA zijn na 135 ruimtemissies 135 definitief verleden tijd. Een geschiedenis die begon in 1976 toen het eerste ruimteveer Enterprise werd onthuld. Deze was bestemd voor atmosferische testvluchten en niet voor een tocht naar de ruimte.
Oorspronkelijk heette het toestel Constitution, maar een campagne van fans van het televisieprogramma Star Trek haalde de NASA over om de shuttle te vernoemen naar de Starship Enterprise uit de film Star Trek.
Het eerste ruimtevliegtuig dat wel de ruimte inging was de Columbia. Met twee astronauten aan boord vertrok het in 1981 van Cape Canaveral in Florida precies op de dag dat de Rus Yuri Gagarin jaren eerder voor het eerst een ruimtevlucht maakte.
Een drama had plaats kort na de start van de tiende missie van het ruimteveer Challenger in 1986. Het toestel viel 73 seconden na de start uit elkaar. Daarbij kwamen alle zeven astronauten om. Pas na twee jaar had weer een vlucht plaats, met de Discovery.
Een mijlpaal bereikte NASA in oktober 2000, toen de Discovery de honderdste spaceshuttlemissie voor zijn rekening nam.
Een tweede ramp had plaats in februari 2003, tijdens de 28e missie van de Columbia. Het ruimtevliegtuig explodeerde tijdens zijn terugkeer in de dampkring op een hoogte van 50 kilometer. De zevenkoppige bemanning overleefde het niet.
NASA legde uit voorzorg weer alle vluchten stil. Opnieuw was het de Discovery die in 2005 als eerste de ruimte weer in mocht.
Dit jaar valt het doek voor het NASA-programma voor bemande shuttlevluchten. De ene na de andere shuttle wordt afgedankt: de Discovery na zijn 39e missie in februari en de Endeavour na zijn 25e in mei.
Als de Atlantis teruggekeerd is van de zojuist begonnen vlucht is het over en uit. De ruimteveren worden onttakeld en het personeel –5500 man– mag op zoek naar een andere baan.
Daarmee is NASA afhankelijk geworden van de goede wil van de Russen om de astronauten met hun verouderde Sojoezraketten naar het ruimtestation ISS te brengen. Zelf kunnen ze het niet meer, want een in 2005 gestart project om te komen tot een opvolger voor de shuttles, werd dit jaar de nek omgedraaid. President Obama zag er geen heil meer in.
De president vindt dat Amerikaanse astronauten maar met commerciële bedrijven moeten gaan reizen naar het internationaal ruimtestation en eventueel naar de maan en Mars. Twee bedrijven hebben al een overeenkomst met NASA voor onbemande bevoorradingsvluchten naar het ruimtestation ISS.
Obama’s besluit is begrijpelijk gezien de enorme kosten van het spaceshuttleprogramma. NASA was voor elke missie met een ruimteveer ruim 1 miljard dollar kwijt. Het totaalbedrag is na dertig jaar opgelopen tot een astronomische 196 miljard dollar.