CDA handelde verantwoord
De ervaringen met paars hebben aangetoond hoezeer Nederland is geseculariseerd. Dat maakt volgens drs. H. L. Groenenboom
de kritiek vanuit de kleine christelijke partijen op het principiële gehalte van het CDA tamelijk irrelevant. Kiezers die ”klein christelijk” hebben verruild voor het CDA blijven tenminste nog in het christelijke kamp. Echt verlies wordt naar de mening van Groenenboom pas geleden als men overstapt naar SP of GroenLinks. Prof. Velema schreef in de krant van donderdag 12 juni een opinieartikel naar aanleiding van een artikel in het NRC Handelsblad. Daarin wordt gesteld dat het CDA van tevoren al wist dat het met de VVD en D66 een coalitie kon sluiten, terwijl de andere partijen dat niet wisten. Velema suggereert dat het CDA op deze manier een vuil spelletje heeft gespeeld, en de PvdA, de ChristenUnie en de SGP heeft bedrogen.
Hij trekt een vergelijking met handelen in aandelen met voorkennis. Zo stelt hij het CDA in een kwaad daglicht. Helaas is de feitelijke grondslag van zijn betoog erg zwak. Ik heb Balkenende tenminste duidelijk en met grote stelligheid voor Business Nieuws Radio horen zeggen, op een moment dat de onderhandelingen zeer moeizaam verliepen, dat er alternatieven bestonden voor een coalitie met de PvdA. Daar heeft hij dus helemaal geen geheim van gemaakt, iedereen mocht dat weten.
Dat dit bij de PvdA desondanks niet bekend was, doet vermoeden dat die partij uit zeldzame sufferds bestaat die alleen al daarom niet in een regering thuishoren. Zij zijn niet ”genomen”, zoals Velema beweert, maar verblind geraakt door hun eigen begeerte naar macht.
Verantwoordelijkheid
Ook Velema’s analyse van de formatiebesprekingen is zeer aanvechtbaar. Hij lijkt in zijn betoog van de veronderstelling uit te gaan dat het CDA er 100 procent zeker van was dat de onderhandelingen zouden uitlopen op een coalitie met de VVD en D66. Die veronderstelling lijkt mij onjuist. Ik ben geen politicus, maar iedereen die zijn verstand gebruikt, begrijpt dat er pas een coalitie is gevormd als er een regeerakkoord op tafel ligt dat door alle betrokken partijen is ondertekend. Zolang dat niet het geval is, kan ik mij zo voorstellen, moet de partij die verantwoordelijk is voor het samenstellen van een coalitie alle mogelijkheden openhouden.
Het is daarom mijns inziens zeer terecht dat het CDA onderhandelingen heeft gevoerd met de SGP en de CU, ondanks de wetenschap dat de VVD een voorkeur had voor D66. Dat behoorde op dat moment eenvoudig tot zijn verantwoordelijkheid.
In zijn artikel laat Velema ook merken dat hij het jammer vindt dat mensen bij de laatste verkiezingen de SGP of de CU hebben verruild voor het CDA. Dit onderwerp is de laatste weken in deze krant veel besproken. In het algemeen wordt aangenomen dat dit overlopen van kiezers is veroorzaakt door het gereformeerde imago van Balkenende. Velen hoopten en verwachtten dat de kleine christelijke partijen hun kiezers weer zouden terugwinnen.
Daarmee gaat men volgens mij voorbij aan de situatie waarin de christelijke politiek zich bevindt. Ik zal uitleggen waarom. Als twee paarse kabinetten één ding duidelijk hebben gemaakt, is het wel het verschil tussen een regering zonder en een regering met het CDA. Het is aan het licht gekomen hoezeer deze partij een rem zet op de doorwerking van antichristelijke ideeën in de samenleving. Daarom is het zeer begrijpelijk, en ook terecht, dat reformatorische mensen bij landelijke verkiezingen als de belangrijkste vraag zien of het CDA in de regering komt of niet. En als men het zo ziet, is het consequent om dan ook CDA te stemmen.
Te christelijk
De ervaringen met paars hebben ook aan het licht gebracht hoezeer Nederland is geseculariseerd. Daardoor is de kritiek op het principiële gehalte van het CDA, zoals die vanuit de hoek van de kleine christelijke partijen wordt geuit, tamelijk irrelevant geworden. Het is maar net vanuit welk standpunt je de dingen bekijkt. Ter illustratie memoreer ik een gesprek dat ik vorig jaar in de trein aanhoorde. Het was de tijd van de verkiezingen voor de Tweede Kamer.
Een vrouw die tegenover mij zat, vertrouwde haar buurvrouw toe dat ze de laatste tijd steeds moest denken aan het CDA. „Maar”, zei ze, „ze zeggen wel dat ze niet komen aan abortus en euthanasie, maar ik vertrouw ze niet helemaal op dat punt. En ik ben juist heel principieel voor abortus en euthanasie.” Voor haar was het CDA blijkbaar te christelijk, en ik denk dat ze daarmee de gevoelens van de meerderheid van de kiezers heeft vertolkt.
De tijd dat we het ons konden veroorloven ruzie te zoeken over de vraag welke partij christelijk, christelijker of het allerchristelijkst is, is definitief voorbij. Dit besef mis ik bij Velema, en dat maakt op mij een wereldvreemde indruk. Hij, en velen met hem, maken zich zorgen over de kiezers die de kleine christelijke partijen hebben verruild voor het CDA. Maar die blijven tenminste nog in het christelijke kamp. Er is meer reden bezorgd te zijn over de ChristenUnie-stemmers die zijn overgegaan naar de SP of GroenLinks. Dat is pas echt verlies voor de christelijke politiek.
De auteur is rechtsfilosoof.