Pro-Europa-minister uit Italiaanse regering
De Italiaanse premier Silvio Berlusconi heeft zijn zin gekregen. Eind vorige week verklaarde Berlusconi dat alleen hij beslissingen neemt betreffende de buitenlandse politiek. De minister van Buitenlandse Zaken, Renato Ruggiero, trok zijn conclusies en trad zaterdag af.
Zondag werd Berlusconi beëdigd als nieuwe minister van Buitenlandse Zaken. Berlusconi zal die portefeuille voor zijn rekening nemen totdat een nieuwe kandidaat is gevonden.
Berlusconi verklaarde zondag dat de buitenlandse politiek van Italië in ongewijzigde vorm zal worden voortgezet. Dat geeft te denken na een halfjaar centrumrechts kabinet waarin de Italiaanse regering bij voortduring op de rem trapt als het Europese harmonisatie betreft. Sinds het aantreden van de regering-Berlusconi toont Italië zich een weinig betrouwbaar lid van de Europese Unie. Dat vindt onder anderen de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Louis Michel, die zondag het aftreden van Ruggiero een overwinning noemde voor tegenstanders van de Europese eenheid.
Berlusconi trok Italië eerder al -tot onbegrip van de Europese partners- terug uit het Europese samenwerkingsproject voor de ontwikkeling van een militair toestel van Airbus. Binnen de Italiaanse regering betreurde alleen Ruggiero de beslissing van de premier. Ook wees de regeringsleider het Europees aanhoudingsbevel in eerste instantie af, eveneens tegen de zin van Ruggiero. De druppel die bij Ruggiero de emmer deed overlopen waren de kritische geluiden van collega-ministers na de invoering van de euro. „De euro kan me niets schelen en ik denk niet dat maar iemand zich er druk over maakt”, zei Umberto Bossi, minister en leider van de separatistische partij Lega Nord. Toen Ruggiero zich daarover kwaad maakte, nodigde Bossi hem uit om af treden. Dat deed de partijloze minister pas nadat hij door Berlusconi werd gepasseerd.
Met Ruggiero verliest Berlusconi de enige minister van kaliber die positief staat tegenover de Europese Unie. De neutrale Ruggiero, die tot geen van de coalitiepartijen behoort, was voor zijn ministerschap directeur-generaal van de wereldhandelsorganisatie WTO en directielid van de Fiat-holding. Fiat-baas Gianni Agnelli, een machtsfactor van betekenis in Italië, drukte destijds bij de totstandkoming van het kabinet -tegen de zin van Berlusconi in- de benoeming van Ruggiero erdoor.
Voor Agnelli en andere Europa-gezinden was Ruggiero de garantie voor een vaste Europese koers van Italië. „De regering beseft nog niet wie ze is kwijtgeraakt”, zei Agnelli zondag in La Repubblica. Ruggiero is de tweede bewindsman die sinds het aantreden van het kabinet in juni 2001 sneuvelt. Eerder trad staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Carlo Taormina af nadat hij had aangedrongen op de arrestatie van rechters die Berlusconi willen berechten.
Het geringe enthousiasme dat de regering-Berlusconi opbrengt voor de euro, lijkt weerspiegeld te worden in het lage tempo waarin het betalingsverkeer overgaat op de euro. Italië loopt in vergelijking met andere Europese landen ruim achter met de invoering van de Europese munt. Veel transacties worden nog in lires afgehandeld, mede dankzij de late start van banken om euro’s via de geldautomaat te distribueren en de laksheid van winkeliers om eurowisselgeld in huis te halen. De achterstand zal niet snel worden goedgemaakt. Het Italiaanse bankpersoneel staakt maandag wegens een arbeidsgeschil.