Bosnisch massagraf blootgelegd
De Bosnische commissie voor vermiste personen heeft bij het plaatsje Vlasenica een massagraf blootgelegd met daarin vermoedelijk de stoffelijke resten van 232 slachtoffers van het nabijgelegen kamp Susica. Dat maakte een lid van de commissie woensdag bekend.
„We geloven dat de slachtoffers Bosnische moslims zijn die halverwege 1992 werden vermoord, nadat ze gevangen hadden gezeten in het kamp Susica”, aldus Amor Masovic, het hoofd van de commissie. Het gaat om het grootste massagraf in de omgeving van Vlasenica, waar tijdens de burgeroorlog (1992-1995) alle 1100 moslims verdwenen.
Meteen na de inname van het stadje begonnen Bosnische Serviërs alle niet-Serviërs in het gebied te vervolgen. Zij richtten het gevangenenkamp Susica in. Volgens het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag verbleven tussen eind mei en oktober 1992 ongeveer 8000 mensen in het kamp, enkele tientallen kilometers ten westen van Srebrenica. Telkens waren er ongeveer drie- á vijfhonderd gevangenen.
Vrouwen en kinderen werden meestal maar kort vastgehouden en vervolgens naar gebied gestuurd dat in handen was van de regering in Sarajevo. Er was weinig eten, geen douches en niets om op te slapen. Bewakers mishandelden gedetineerden dagelijks.
Onder de slachtoffers die afgelopen weken werden opgegraven, bevinden zich ten minste één vrouw en drie kinderen tussen de tien en vijftien. Voormalig kampcommandant Dragan Nikolic zit sinds 2000 vast in Scheveningen in afwachting van zijn proces voor het Joegoslavië-Tribinaal. Hij is de eerste persoon die door het VN-tribunaal in staat van beschuldiging werd gesteld.