Commentaar: Mladic kon het niet meer aanhoren
Iedere verdachte is onschuldig tot zijn of haar schuld is bewezen. Dat is een sinds jaar en dag staand en deugdelijk juridisch uitgangspunt. Ongeacht de omvang van de aanklacht en de ernst van de feiten waarvan iemand wordt beschuldigd, geldt een rechterlijke veroordeling pas als definitieve bevestiging van de aanklacht.
Natuurlijk valt op dit uitgangspunt –vooral gevoelsmatig– af en toe het nodige af te dingen. Er zijn tal van voorbeelden te bedenken waarbij de aperte schuld van de verdachte niet kan worden aangetoond wegens gebrek aan formeel bewijs of –nog erger– wegens vormfouten. Maar een rechtsstaat verplicht zich nu eenmaal om de rechtsgang met de nodige waarborgen te omkleden. Het alternatief is willekeur – en dus onaanvaardbaar.
Ook Ratko Mladic heeft recht op de waarborgen die een democratisch systeem hem biedt. Ook voor hem geldt, hoezeer hij alle schijn ook tegen zich heeft, dat hij onschuldig moet worden geacht tot het moment dat het Joegoslaviëtribunaal hem heeft veroordeeld. Tot die tijd heeft hij recht op een eerlijk proces, een competente advocaat en de mogelijkheid getuigen op te roepen en te horen.
Die rechten hééft Mladic ook. Het probleem is dat de Bosnisch-Servische oud-generaal zich gisteren tijdens zijn tweede voorgeleiding voor het VN-hof in Den Haag eigenhandig nog een aantal andere rechten toe-eigende. Zoals de bevoegdheid om de president van het tribunaal, de Nederlander Alphons Orie, voortdurend in de rede te vallen. Of de weigering om zijn baseballpetje bij aanvang van de zitting af te zetten. Of zijn woedeuitbarsting toen de rechter begon met het voorlezen van de elf punten omvattende aanklacht. Of de minachting van het hof, door zijn legitimiteit al schreeuwend in twijfel te trekken.
Rechter Orie nam de wijste beslissing die hij in dit geval had kunnen nemen. Hij liet de briesende verdachte uit de rechtszaal verwijderen.
Mladic wenste naar eigen zeggen de aanklacht niet langer aan te horen. Dat is nogal begrijpelijk. Want hoe kun je luisteren naar de aantijging dat je opdracht hebt gegeven tot de moord op duizenden moslimmannen en -jongens in Srebrenica, in 1995? Hoe is het mogelijk voor de voeten geworpen te krijgen dat je schuldig wordt geacht aan genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid?
Zeker, Ratko Maldic moet onschuldig worden geacht tot zijn schuld is bewezen. Maar dat geeft hem nog niet het recht, zeker gezien de ernst van de aanklachten, om alle fatsoensnormen ten overstaan van de rechter met voeten te treden.
En al helemaal niet als je zijn eigen uitspraken in ogenschouw neemt. Zoals bij zijn benoeming tot opperbevelhebber van het Bosnisch-Servische leger, in 1992. De Bosnisch-Servische leider Karadzic gaf hem opdracht om oorlog tegen de moslims en Kroaten in Bosnië te voeren. „Dit, mijne heren, is massamoord”, verklaarde Mladic destijds. Dat had hij goed gezien. Precies om die reden zit hij ook in Scheveningen vast en stond hij gisteren voor de rechters van het Joegoslaviëtribunaal.
Onschuldig? De tijd zal het leren.