Dat blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam dat maandag is gepresenteerd. Volgens een woordvoerster speelt de toename vooral bij lichte geweldscriminaliteit zoals bedreiging en slaan.

De onderzoekers baseren zich op politiecijfers. In 1996 werden bijna 3000 meisjes aangehouden door de politie als verdachten van criminaliteit. In 2007 was dat aantal ongeveer verdubbeld tot 6000. Bij jongens lagen de cijfers respectievelijk op 16.000 en 25.000.

Volgens de onderzoekers lijken de problemen van de meisjes op die van jongens die ook probleemgedrag vertonen. De risicofactoren voor het gedrag, zoals gebruik van veel alcohol, delinquente vrienden, problemen op school, zijn hetzelfde. Bij meisjes kunnen nog andere zaken spelen zoals trauma’s door de dood van ouders of seksueel misbruik.

Het onderzoek wijst uit dat vooral de opvoedkundige rol van de moeders van belang is bij het probleemgedrag. Hoe meer ze hard disciplineren en controleren en hoe minder ze emotionele steun bieden, des te groter is de kans dat de meisjes ernstig delinquent gedrag gaan vertonen. Volgens de woordvoerster blijkt uit het onderzoek dat de rol van de vader los staat van het delinquente gedrag.

De onderzoekers pleiten ervoor om bij de hulpverlening meer aandacht te besteden aan problemen die specifiek bij meisjes horen zoals traumatische ervaringen, seksualiteit en relaties met thuis.