Gescheiden
Jesaja 57:15
„Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is…” Als het verlies van Gods tegenwoordigheid hier al zo vreselijk is, hoe droevig zal het dan zijn om daarvan na dit leven voor eeuwig gescheiden te zijn. Wie kent de sterkte van Uw toorn en Uw verbolgenheid naardat Gij te vrezen zijt? Arme zielen, als u wist wat dit betekent, zou u daar niet mee spotten zoals velen doen. U hoort van de hel en de toekomende toorn. Gewis, als u dit gelooft, zou het een meer blijvende indruk op u maken. U zou niet in de wegen der zonden door durven gaan en uw hart tegen God blijven verharden.
Hoed u tegen de toorn van God. Er is een hel waar Gods toorn ten volle op de zondaren zal drukken. Het is een droevig oordeel: „Mijn Geest zal niet altijd twisten met de mens.” Als een mens al het mogelijke doet om zich te verharden, geeft God hem in een richterlijke weg over aan de verharding. Van God gescheiden te zijn, is voor eeuwig gescheiden te zijn van alle goed.
Thomas Hooker, predikant te Hartford (VS)
(”Het verbroken hart”, 1678)