Gemiddeld stegen de lonen in de eerste zes maanden in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) met 1,6 procent. Dat is weliswaar minder dan de verwacht inflatie van 2 procent, maar meer dan de gemiddelde stijging van 0,8 procent die vorig najaar werd gemeten.

Dat blijkt uit de Voorjaarsrapportage van cao-afspraken 2011 die minister Henk Kamp (Sociale Zaken) vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In de halfjaarlijkse monitor zijn deze keer 114 cao’s, waaronder ruim 5,2 miljoen werknemers vallen, onderzocht. De gemeten contractloonstijging is exclusief extra beloningen.

Verder blijkt dat in 49 van de 114 cao’s afspraken staan over het aan het werk helpen van deels arbeidsongeschikten. In 2009 stond de teller nog op 38 cao’s. In 18 cao’s staan specifiek afspraken over werk voor mensen met een Wajonguitkering die van jongs af aan een handicap hebben.

Kamp spreekt van een goede ontwikkeling, maar vindt het nog niet voldoende. Staatssecretaris Paul de Krom (Sociale Zaken) deed vrijdag ook een oproep aan bedrijven om meer mensen met een beperking in dienst te nemen.