Schultz reageert met haar brief op het advies van de commissie-Meijdam, die donderdag een advies uitbracht over de problemen met het reisbewijs. Die commissie vond een tariefverlaging niet per se nodig, omdat daar vanuit het oogpunt van toegankelijkheid geen reden toe is.

De denktank adviseerde nader onderzoek, maar de VVD-bewindsvrouw voelt daar niet voor. „Hoe lager het tarief, des te groter de kans dat calculerende reizigers niet uitchecken”, schetst Schultz. Bij een lange reis is de reiziger dan immers alleen het instaptarief kwijt in plaats van de kosten voor de afgelegde afstand. „Hoe hoger het tarief, des te zwaarder wordt de goedwillende reiziger gestraft voor het niet (kunnen) uitchecken.”

In het rapport staat ook dat er ‘een kwartiermaker’ nodig is om alle voorstellen uit te werken. Schultz vraagt commissievoorzitter Henry Meijdam zelf voor die rol.

De commissie adviseerde ook om een dubbel opstaptarief tussen het hoofdrailnet (NS) en het regionaal spoor (andere vervoerders) op te heffen. Schultz ondersteunt die suggestie. „Dit kan gerealiseerd worden door een softwarewijziging in de kaartlezers.”

Schultz wil, net als de denktank, dat in de treinketen slechts één keer ingecheckt en één keer uitgecheckt hoeft te worden. „Door de complexiteit is invoering op korte termijn niet te realiseren”, schrijft ze. Een optie kan zijn het papieren treinkaartje langer te handhaven. Daar gaat ze naar kijken. Ze wil echter wel dat eind 2012 de diverse poortjes op stations in werking gaan. Die poortjes werken niet op kaartjes, dus daar moet nog naar worden gekeken.

De minister vindt het een goed plan dat er één ov-organisatie komt die kan doorpakken, staat in haar brief. In het advies van de commissie werd dat een ov-autoriteit genoemd.