Het federale hooggerechtshof in de VS heeft besloten dat de definitie van wat onfatsoenlijk is, helderder moet. Dat werd gisteren bekend. Het gaat daarbij om wat wel en niet kan op de televisie. De definitie die de mediawaakhond FCC daarvoor hanteert is namelijk „onconstitutioneel vaag.”

Televisiestations kunnen in de VS torenhoge boetes krijgen als zij bijvoorbeeld scènes uitzenden die te veel bloot bevatten of waarin gevloekt wordt. Dergelijk zaken ontaardden de laatste jaren echter steeds vaker in lange juridische gevechten.

Onder de huidige definitie kan een uitzending als onfatsoenlijk worden bestempeld als er geslachtsorganen of seksuele handelingen worden afgebeeld of omschreven.

Het moet dan gaan om beelden die „overduidelijk aanstootgevend zijn naar moderne maatschappelijke maatstaven met betrekking tot de media.”

Het is vooralsnog onduidelijk waar het onderzoek naar onfatsoen toe zal leiden. De aanpak van vunzigheid op de Amerikaanse televisie is op dit moment een stuk strenger dan die in de meeste Europese landen, waar veel meer door de beugel kan. Het is de vraag of dat zo blijft.

De vraag naar fatsoen op de Amerikaanse tv is al een oude. Vijf jaar geleden keurde toenmalig president Bush een wet goed waardoor de boete voor onfatsoenlijke uitingen op televisie flink omhoogging, tot 325.000 dollar per incident. Tot dan toe was die boete hoogstens een tiende van dat bedrag.

Twee jaar eerder, in 2004, ontstond er veel ophef toen live op televisie de borst van popzangeres Janet Jackson werd ontbloot. Dat gebeurde in de pauze tijdens de finale van een sportwedstrijd die werd uitgezonden door televisiestation CBS. De borst was niet lang in beeld –een enkele seconde–, maar ruim een half miljoen Amerikanen dienden een klacht in. Sinds deze affaire is het in Amerika gebruikelijk om soortgelijke evenementen met een vertraging van enkele seconden uit te zenden, zodat soortgelijke aanstootgevende elementen nog snel kunnen worden gecensureerd.