Defensie koestert groeiplaats blaasvaren
NIJMEGEN (ANP) – Het ministerie van Defensie gaat zorgvuldig om met de ongeveer tienduizend blaasvarens, een beschermde plantensoort, die op kamp Soesterberg zijn aangetroffen. Dat meldt Stichting Floron maandag op de website www.natuurbericht.nl.
De varentjes groeien onder legertrucks, maar de plantjes moeten worden verplaatst. Een deel is in het voorjaar al overgebracht naar hun nieuwe verblijfplaatsen in het Kuinderbos in de Noordoostpolder, aan de kade van het IJ en in twee botanische tuinen. De overige blaasvarens blijven waar ze zijn, totdat duidelijk is of hun verplaatste soortgenoten aanslaan op hun nieuwe stek. In het najaar is waarschijnlijk bekend of deze de verplaatsing hebben overleefd.
De kieskeurige, kleine en in Nederland zeldzame blaasvarens (Cystopteris fragilis) leven meestal op muren in stedelijk gebied en dan vooral in Zuid-Limburg. Maar er zijn ook planten aangetroffen in steden in het westen van het land. Daar groeien ze op oude, vochtige kademuren met kalkrijke specie. De wet schrijft voor dat bij herstelwerkzaamheden aan de muren speciale mortel moet worden gebruikt.
Op kamp Soesterberg zijn de varentjes gaan groeien onder legertrucks die lang geparkeerd stonden. Daardoor ontstond onder de wagens een vochtige, schaduwrijke omgeving, op een kalkrijke ondergrond. Het ministerie van Defensie vroeg deskundigen om raad, omdat de trucks weg moesten. Nadat een deel van de varens was verplaatst, is een aantal vrachtwagens weggehaald. De andere staan er nog om de achtergebleven planten te beschermen.