Economie

Wereldwijd twijfels over China’s economische model

LONDEN — De Chinese Communistische Partij wijst graag op het stabiele bewind en de economische groei in het land. Maar aan de vooravond van de negentigste verjaardag van de partij, op 1 juli, vertoont het succesvolle model scheurtjes.

Antoaneta Becker
24 June 2011 23:05Gewijzigd op 14 November 2020 15:33
De Chinese premier Wen Jiabao begon vrijdag in Hongarije aan een bezoek aan Europa. Foto EPA
De Chinese premier Wen Jiabao begon vrijdag in Hongarije aan een bezoek aan Europa. Foto EPA

Twee jaar geleden, tijdens het hoogtepunt van de financiële crisis op Wall Street, verloor het liberale kapitalisme geloofwaardigheid. Het Chinese model, met één partij en door de staat gedreven investeringen, was in opkomst. Talloze economen voorspelden het einde van de Washingtonconsensus en de dageraad van de Pekingconsensus.

Maar de situatie is veranderd. China heeft te maken met een cyclus van gewelddadige protesten tegen de communistische leiders. Die protesten komen niet alleen van ontevreden etnische minderheden uit de grensregio’s van het land, maar ook uit het hart van de Chinese economie. Na Binnen-Mongolië, braken rellen uit in de welvarende productieregio Guangdong en in andere provincies waar veel Han-Chinezen wonen, de etnische groep waaruit het merendeel van de bevolking bestaat.

„Er is altijd meer twijfel dan consensus geweest over het Chinese model”, zegt hoogleraar Wang Hui, die aan de Tsinghua-universiteit in Peking onderzoek doet naar Chinees gedachtegoed. „De lof voor het Chinese model kwam vooral uit het buitenland. In China bestond veel discussie onder intellectuelen. Als je alle vragen die over het model gerezen zijn bij elkaar optelt, blijft van het zogenoemde model niet veel meer over.”

Na een bezoek aan China afgelopen week prees de Indiase eerste minister van de provincie Bihar, Nitish Kumar, de prestaties van zijn Chinese gastheren. Maar hij zei ook dat het in het democratische India onmogelijk is om het ontwikkelingsmodel van het communistische China te kopiëren.

„Of het nu om de industrie, spoorwegen of landbouw gaat, China is hoogontwikkeld in deze sectoren”, zei Nitish tegen journalisten. „Maar wij zijn een democratisch land dat zich op eigen wijze ontwikkelt. Het is niet mogelijk om de Chinese processen en technologie over te nemen.”

In Afrika, waar de Chinese voetafdruk groeit, neemt ook het bewustzijn toe dat het Chinese model niet eenvoudigweg gekopieerd kan worden.

Tijdens de 49e sessie van de Afrikaanse Commissie voor Mensen- en Volksrechten in april in Gambia, is een verklaring aangenomen waarin de geboorte van een Afrikaconsensus wordt geproclameerd. In de verklaring wordt opgeroepen tot een groeimodel van onderaf, gedreven door bedrijfsactiviteiten op dorpsniveau, met betrokkenheid van overheden en ngo’s.

„De Chinese ervaring is uniek, vanwege het centrale apparaat dat top-downbesluiten neemt en die doorvoert naar lagere niveaus. Deze methode kun je niet in zijn geheel elders introduceren”, zegt Lawrence Brahm, activist en schrijver, die de conferentie in Banjul (Gambia) bijwoonde. „De Afrikaanse consensus erkent het belang van groei die van onderaf gestuurd wordt.”

Tijdens de vroege hervormingsjaren in China stelde het land speciale economische zones in om de productie te bevorderen en buitenlandse investeringen aan te trekken. Momenteel zijn er meer dan honderd van zulke regio’s. China wil nu soortgelijke regio’s opzetten in Afrika en daarmee Chinese bedrijven aantrekken en de infrastructuur en diensten verbeteren. Er worden zones door de Chinezen ontwikkeld in Egypte, Ethiopië, Mauritius, Nigeria en Zambia. Het experiment krijgt veel lof van Afrikaanse politici.

Waarnemers waarschuwen echter dat het transplanteren van het Chinese model risico’s met zich meebrengt, omdat Peking sterk gericht is op het tevreden stellen van Afrikaanse regeringen. Daarbij zou het land te weinig oog hebben voor sociale groepen.

„Een mogelijke valkuil voor China in Afrika kan zijn dat het land niet goed weet om te gaan met het maatschappelijk middenveld en partijen op dorpsniveau”, zegt Brahm.

Het is dezelfde risicofactor die momenteel in China het economische wonder ondermijnt. In de afgelopen dertig jaar had de Communistische Partij de leiding over een enorme transformatie in de richting van een levendig ondernemersklimaat. Miljoenen mensen wisten zich aan de armoede 
te ontworstelen.

Maar de recente rellen laten zien dat het geluk van mensen niet altijd gemeten wordt in materiële verworvenheden. De protesten in de semiautonome regio Binnen-Mongolië in mei riepen herinneringen op aan de onrust in 2009 in de islamitische provincie Xinjiang en het geweld dat Tibet in 2008 in zijn greep had. China onderdrukt protesten van etnische minderheden met harde hand, maar toch flakkeren ze telkens weer op. En daarmee ontkrachten ze de Chinese aanname dat economische groei belangrijker is dan etnische diversiteit en identiteit.

Voor de partijleiders is het echter alarmerender dat er, in de aanloop naar de negentigste verjaardag van de partij, protesten zijn uitgebroken in de centrale provincies. Van Guangdong tot Hubei en Jiangxi protesteren mensen tegen de gebrekkige rechtspraak en tegen arbitraire uitspraken van plaatselijke leiders. Ze ventileren hun woede openlijk, gaan in gevecht met de politie, steken auto’s in brand en vernielen winkels en overheidskantoren.

Dat de overheid de betogers hard aanpakt en aanstichters van een mogelijke revolutie vastzet, laat zien dat onzekerheid de partij achtervolgt, zelfs al claimt zij de grootste en meest succesvolle regerende communistische partij te zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer