Belofte
Jesaja 57:15
„Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is…” Jesaja zegt in hoofdstuk 61: „De Geest des Heeren HEEREN is op Mij…” Dit zegt Jesaja in de plaats van Christus. Hij vervolgt: „…omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om de gevangenen vrijheid uit te roepen, en de gebondenen opening der gevangenis. Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN en den dag der wraak onzes Gods; om alle treurigen te troosten.”
Neen, de Heere heeft Christus tot dit doeleinde niet alleen gezonden en beloofd maar Hij heeft dat gedaan overeenkomstig Zijn belofte. Dit is de voorwaarde waarop Hij Zijn volk alle troost beloofd en gegeven heeft. De Heere is nabij de gebrokenen van hart en Hij behoudt de verslagenen van geest. Hij is nabij om hen te vertroosten, bij te staan en te verlossen. Zo hebben Gods gunstgenoten het ondervonden.
Manasse is daarvan een bewijs. Hij vernederde zich gruwelijk voor de Heere. Hij vond vrede voor zijn ziel en de Heere vergaf zijn zonden. Hij was een groot zondaar en maakte veel oproer. Hij was trots van hart. Daarom bracht de Heere hem in het stof, al was hij een koning.
Thomas Hooker, predikant te Hartford (VS)
(”Het verbroken hart”, 1678)