Dat heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken maandag gemeld. Slechts 25,7 procent van de 47 miljoen stemgerechtigden bracht zijn stem uit in de tweedaagse volksstemming. Voor een geldig resultaat had ten minste de helft van de stemgerechtigden moeten komen opdagen.

De voornaamste pleitbezorger van het referendum, Fausto Bertinotti van de Herstichte Communisten, concludeerde dat „het onrecht dat werknemers verdeelt” niet zal worden opgeheven. Het mislukken van het referendum was geen verrassing, omdat niet alleen rechtse, maar ook veel linkse politici de kiezers hadden afgeraden te gaan stemmen.

Als het voorstel was aangenomen, hadden werknemers van ondernemingen met minder dan vijftien werknemers dezelfde ontslagbescherming gekregen als werknemers van grotere bedrijven. Het plan werd gesteund door een van de drie grote vakbonden, de CGIL. De regering, de twee andere grote bonden en een deel van de linkse oppositie zijn tegen de hervorming.

Het referendum had tot inzet uitbreiding van Artikel 18 van de uit 1970 daterende arbeidswet. De regering-Berlusconi wijdde een groot deel van haar eerste twee jaar juist aan pogingen de rechten van werknemers te beperken.

Kleine bedrijven zouden als het voorstel zou zijn aangenomen alleen nog maar met grote moeite werknemers kunnen ontslaan, wat volgens veel economen en politici een direct gevaar zou vormen voor het voortbestaan van een deel van het midden- en kleinbedrijf.

De opkomst was zelfs voor Italiaanse begrippen gering. Mogelijk werkte het warme weer de initiatiefnemers tegen. Veel Italianen lagen zochten het strand op om verkoeling te zoeken.