Achor
Jesaja 57:15
„Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is…” De Heere zegt: „Daarom, ziet, Ik zal haar lokken en zal haar voeren in de woestijn; en Ik zal tot haar hart spreken. En ik zal haar geven haar wijngaarden van daar af, en het dal van Achor tot een deur der hoop en aldaar zal zij zingen als in de dagen van haar jeugd, en als ten dage, toen zij optoog uit Egypteland” (Hosea 2:13, 14).
De „deur der hoop” betekent niets anders dan de verwachting van alle goede gave uit de hand des Heeren, aangezien Hij hun die beloofd heeft. Denk hier eens aan de geschiedenis van Achor (Achan). Hij had de gouden tong en het overkleed gestolen, en daarom had God de legerplaats verlaten. Nu, de Heere vervolgde hem en maakte dat het volk hem stenigde en noemde de naam van die plaats het dal van Achor. Dit betekent: het dal van moeite en benauwdheid.
De Heere zinspeelt hier op Zijn vroegere handelwijze, zoals Hij deed in de tijd van Jozua. Ik zal hen eerst het dal der verbrijzeling en der vernedering geven en dan de poort die toegang verleent tot alle vertroosting en zoete verkwikking, hier en hiernamaals. Zo moet gij ook gaan door de woestijn naar het dal van Achor, voordat ge kunt komen tot deze deur der hoop tot dit land Kanaän. U moet die verdorvenheden van u stenigen, door de Geest van God. Eerst dan wordt er een deur der hoop voor u opengedaan.
Thomas Hooker, predikant te Hartford (VS)
(”Het verbroken hart,” 1678)