Strijdlied van een tijgermoeder: moeder of monster?
Zijn ouders vandaag de dag te slap bij het opvoeden? Het is een vraag die slijtage begint te krijgen, want regelmatig duikt hij in een of ander artikel op. Voor christenen is het wel een vraag van geestelijk levensbelang, omdat mede langs de weg van de opvoeding het geloof wordt overgedragen. Een klimaat van ”laat maar waaien” is dodelijk voor de christelijke gemeente. Dus zodra het publieke debat over opvoeding gaat, doen christenen er goed aan de oren te spitsen.
En dat debat gáát er weer over, althans in de VS. Al maanden is daar een boek van de Chinees-Amerikaanse Amy Chua, moeder van Lulu (of Louise) en Sophia, onderwerp van gesprek. Het boek heet (vertaald) ”Strijdlied van de tijgermoeder” en gaat over de opvoeding van de twee meisjes.
Hoe voedt deze tijgermoeder op? Enkele voorbeelden die ze beschrijft. „Lulu was zeven toen ze een voor een jong pianistje ongelooflijk moeilijk stuk moest instuderen. Het lukte haar niet het goed te doen.” En wat doet ma op het moment dat Lulu de brui eraan wil geven? „Ik sleepte Lulu’s poppenhuis naar de auto en zei dat ik het aan het Leger de Heils zou weggeven als ze het pianostuk niet de volgende dag feilloos zou spelen.” Lulu blijft protesteren en moeder dreigt haar geen middageten, geen avondeten en de eerstkomende twee, drie jaar geen verjaardagsfeestje meer te geven. Uiteindelijk, na dagen en soms nachten oefenen, lukt het Lulu het stuk foutloos te spelen.
Het blijft vaak niet bij dreigen. Als de vierjarige Louise haar moeder op haar verjaardag trots een zelfgemaakte kaart geeft, krijgt ze die resoluut weer terug. „Dat kun je beter, maak maar een andere”, krijgt ze te horen. Weer een andere keer verdwijnt Sophia’s favoriete knuffel in de vuilnisbak als straf voor ”wanprestaties”. Wat zijn in de ogen van Chua wanprestaties? Chua: „Een westerse ouder zal een kind dat thuiskomt met een negen voor een proefwerk waarschijnlijk prijzen. Een Chinese moeder hapt vol afgrijzen naar adem en vraagt wat er misging. Zij verwacht de beste resultaten omdat ze ervan uitgaat dat haar kind daartoe in staat is. Als het niet lukt heeft het kind dus niet hard genoeg gewerkt. De oplossing is dan: schelden, straffen en het kind beschamen.”
Heeft Chua’s aanpak succes? Trots vermeldt ze dat Louise al op 14-jarige leeftijd optrad als pianiste in de Carnegie Hall. Maar aan het eind van haar boek gaat het fout. Dan knalt Louise –ze is dan vanwege een optreden in Moskou– al haar frustraties eruit: „Ik ben niet, wat u wilt dat ik ben!” Ik ben geen Chinese, en wil het ook niet zijn! Ik haat al die instrumenten, ik haat mijn leven, ik haat ú.” Vanaf dat moment geeft moeder Chua toe en geeft ze haar dochters ruimte om dingen te doen die ze zelf leuk vinden.
Intussen is Amy Chua door menigeen gehekeld als een monster in plaats van een moeder. Op Chinese websites zeggen ouders dat ze weliswaar veel van hun opvoeding herkennen, maar juist graag meer westers willen opvoeden: minder dwang tot prestatie- en carrièregerichtheid en meer nadruk op liefde en geborgenheid. „Doordat ik een moeder als Chua had, zit ik nu al jaren bij een psychotherapeut”, reageert een jonge Chinese vrouw. In China is het boek op de markt gebracht onder de titel ”Een moeder in Amerika”. Kennelijk wenst de staat het imago van de Chinese opvoeding niet bezoedeld te zien, en al helemaal niet door een Amerikaanse. In het communistische partijblad Global Times weet iemand zelfs te melden dat Chua’s dochters helemaal niet zulke lieverdjes waren.
Amy Chua bewijst al die Amerikaanse mummy’s en Nederlandse moeders geen dienst met haar extreem strenge opvoeding. De kilheid druipt eraf. En de leegheid evenzo, want opvoeden enkel om uit te blinken is een non-opvoeding. Tegelijkertijd moet gezegd: een beetje meer tijgermoederaanpak bij onze softe benadering zou geen kwaad kunnen.
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl