Aardappelboeren zuchten onder stengelnatrot
De Noordelijke Land- en Tuinbouworganisatie NLTO wil afspraken maken tussen handelaren en boeren over wie er opdraait voor de schade bij stengelnatrot. Dat zei woordvoerder J. Bartelds van de organisatie maandag.
Aardappeltelers lijden deze zomer een zware strop door de massale uitbraak van de bacterieziekte. In tweederde van alle aardappelvelden is de uitval op dit moment 20 procent. Dat is zeker voor pootaardappelboeren een financiële ramp, omdat zij hun grond dan volgend jaar vrijwel niet kunnen gebruiken om nieuwe pootaardappelen te telen. Dit soort besmette gronden krijgen volgend jaar geen certificaat van de Nederlandse Algemene Keuring (NAK). Voor de meeste boeren komt de stengelnatrotepidemie nog bovenop de recente uitbraak van de aardappelschimmelziekte Phytophtora.
De getroffen boeren moeten nu individueel hun pootgoedleverancier aanspreken op de geleden schade. De handelaren geven echter vaak niet thuis en beroepen zich op het feit dat de NAK de pootaardappelen heeft goedgekeurd. De NAK stelt echter ook niet aansprakelijk te zijn: stengelnatrot laat zich nauwelijks van tevoren herkennen. De bacterie kan altijd latent in de knol aanwezig zijn.
Stengelnatrot treedt vooral op bij warm weer. Door het hete voorjaar doet de bacterieziekte zich dit jaar aanzienlijk vaker voor dan normaal. Stengelnatrot tast de planten van binnenuit aan: doordat de stengel wegrot kan de plant geen water meer opnemen zodat hij sterft.
Nederland kent ongeveer 16.000 aardappeltelers met in totaal ongeveer 160.000 hectare grond.