Inhoud
1 Thessalonicensen 5:17
„Bidt zonder ophouden.”
Nu gaat het over het onderwerp van het gebed, of waarvoor wij moeten smeken of waarnaar wij moeten zoeken. Het moet gaan om de dingen die naar Gods wil zijn. Te bidden om de vervulling van ongeoorloofde begeerten is gruwelijk. De wil van God is de regel van al onze gebeden. Dit is de vrijmoedigheid die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort.
Wij vinden de wil van God in Zijn bevelen en beloften. Om al wat God ons bevolen en al wat Hij ons beloofd heeft, mogen en behoren wij te bidden. Het gaat dan om: geestelijke weldaden, genade, heerlijkheid, aanwas van de genade, vertroosting.
Het mag ook gaan om tijdelijke weldaden, zoals gezondheid, kracht enzovoorts. Het zijn weldaden die verband houden met ons lichaam en onze tijdelijke staat in de wereld.
Sommige mensen hebben geen vrijheid om hun tijdelijke belangen in hun gebeden te betrekken. Ik antwoord: Het is duidelijk dat wij het mogen en behoren te doen.
Thomas Boston, predikant te Ettrick (Schotland) (”Bidden zonder ophouden”, uitg. 1800)