Economie

Kredietbeoordelaar gijzelt Europa

Euroleiders breken zich het hoofd over een nieuw noodverband voor Griekenland. Kredietbeoordelaars spelen daarbij een bedenkelijke rol.

Marcel ten Broeke
17 June 2011 21:04Gewijzigd op 14 November 2020 15:28
Foto Fotolia
Foto Fotolia

De eensgezindheid waarmee vorig jaar een steunpakket voor Griekenland werd gelanceerd, lijkt verdwenen. Juist nu Europese regeringsleiders zich noodgedwongen buigen over de vraag hoe tegemoet te komen aan de Griekse honger naar krediet, groeit de polarisatie tussen parlementen (noord en zuid) én binnen parlementen.

Tijdens een Kamerdebat met minister De Jager (Financiën) bleek deze week dat zelfs CDA, SGP en ChristenUnie, die in 2000 nog gebroederlijk en bovendien als enige tegen de toetreding van Griekenland tot de eurozone stemden, het op dit dossier niet eens zijn.

De CU toonde zich deze week –evenals SP en PVV– fel tegenstander van het verstrekken van nieuwe noodleningen aan Athene. De partij meent dat het beter is om zo snel mogelijk een begin te maken met een schuldsanering, waarbij een deel van de Griekse schuld wordt weggestreept.

Van het wegstrepen van schulden wil De Jager, gesteund door een Kamermeerderheid, echter (nog) niet weten. Allereerst niet omdat dit het acute financieringsprobleem van Griekenland niet oplost, maar ook omdat er een slecht signaal van uit zou gaan: geleend geld mag worden terugbetaald, het hoeft niet.

Liever houdt De Jager de druk op Athene zo hoog mogelijk om de ontvangen steun tot de laatste cent terug te betalen. Als het even kan met rente.

Tocht leert één blik op de peilingen –waaruit blijkt dat burgers massaal de buik vol hebben van lenen aan Griekenland– dat het electoraal gezien verstandig is om niet alleen de belastingbetaler te laten bloeden, maar ook van private partijen een bijdrage te vragen. Zij waren het immers die de Grieken de afgelopen jaren tegen een leuke rente al dat geld leenden waarmee de torenhoge schuldenberg is opgebouwd?

Daartoe aangejaagd door de Tweede Kamer verkondigde De Jager daarom dinsdagmiddag in Brussel luid en duidelijk dat Nederland –net als Duitsland– alleen over de brug komt mits ook banken, pensioenfondsen en andere beleggers een flinke bijdrage leveren aan het nieuwe noodverband.

Dat zou bijvoorbeeld kunnen door private partijen te verplichten om leningen aan Griekenland die binnenkort zouden moeten worden terugbetaalt, nog wat jaartjes ‘door te rollen’ en dus in Griekenland te herinvesteren. Hierdoor zou de Griekse kapitaalhonger enigszins worden gedimd.

Die op het oog alleszins redelijke eis zal de regeringsleiders, vanaf morgen bijeen in Brussel voor topoverleg, de nodige hoofdbrekens kosten. Hij ligt namelijk onder vuur van de Europese Centrale Bank (ECB).

Een gedwongen doorrol van de Griekse schuld is volgens de bank der banken onbespreekbaar. Als het al gebeurt, dan uiterst omzichtig en in ieder geval geheel vrijwillig.

De belangrijkste reden voor die ECB-huiver is gelegen in het feit dat enige vorm van dwang –hoewel juist bedoeld als oplossing voor de schuldencrisis– door kredietbeoordelaars zou kunnen worden uitgelegd als een situatie van default (wanbetaling). Ze dreigen in dat geval hun oordeel over de kredietwaardigheid van Griekenland nog verder te laten zakken, van het huidige C-niveau tot D, het absolute dieptepunt. Dit kan leiden tot een heftige reactie op de financiële markten, waarvan de gevolgen voor banken en burgers in potentie bijzonder groot kunnen zijn, maar anderzijds speculanten die gokken op een Grieks faillissement genoeg gouden bergen oplevert om vervolgens vol in de aanval te gaan op Spanje Portugal of Ierland.

Dat EU en IMF wel willen overgaan tot uitbetaling van de vijfde tranche (12 miljard euro) van de vorig jaar toegezegde 110 miljard, maar een besluit over eventuele uitbreiding van die lening opnieuw vooruitschuiven, geeft aan hoe groot de tegenstellingen zijn, wat een echte oplossing van het probleem niet dichterbij brengt.

Wat Europese politici de komende weken ook besluiten, of het nu extra lenen is, het wegstrepen van schulden, de private sector laten bloeden, of een combinatie van dit alles: ze zouden zich in ieder geval niet moeten laten gijzelen door kredietbeoordelaars. Het waren immers deze Amerikaanse commerciële instellingen –met namen als S&P’s, Moody’s en Fitch– die de financiële wanproducten die in hun thuisland leidden tot de kredietcrisis ten onrechte voorzagen van de allerhoogste waardering, de afgelopen jaren de opkomende Griekse schuldenberg in Athene eveneens niet zagen aankomen en, hoewel de problemen in eigen land in rap tempo de Griekse misère benaderen, de VS nog steeds voorzien van de allerhoogste AAA-rating.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer