Brieven uit Kamp Westerbork gesmokkeld
Hilde Verdoner. De auteursnaam op het boekje ”Levenstekens” eert het familielid dat de oorlog niet overleefde, al is ze niet de samensteller van dit boek en zijn lang niet alle pagina’s van haar hand.
Hilde Verdoner-Sluizer, echtgenote van een fietsenfabrikant en moeder van drie kinderen, was Joods, en dat bezegelde haar lot. Ze was een van de zeer velen die tussen juni 1942 en september 1944 vanuit het Drentse doorgangskamp Westerbork naar een Duits vernietigingsoord werden gevoerd.
Gerrit, haar man, kon haar in Westerbork regelmatig bezoeken doordat hij koerier van de Joodse Raad was. Later dook hij onder, nadat hij eerder zijn kinderen op schuiladressen had ondergebracht. Zijn vrouw wees zijn smeekbeden om te vluchten van de hand, omdat haar ouders dan wellicht sneller op transport gesteld zouden worden.
De brieven die ze uit het kamp smokkelde, geven een beeld van het leven in gevangenschap, de angst voor deportatie en bezorgdheid over het lot van de andere gezinsleden. Op 8 februari 1944 werd Hilde naar Auschwitz gedeporteerd. Daar werd ze vermoord.
Haar man en kinderen overleefden de oorlog. In 1946 emigreerden ze naar Amerika. Nog geen jaar later overleed Gerrit Verdoner aan kanker en waren zijn kinderen wees.
Het boekje begint met een lange brief van Hilde Verdoners zoon Otto aan zijn onderduikmoeder waarin hij –in 1991 pas– onder woorden brengt hoe zijn persoonlijke ontwikkeling werd beïnvloed door zijn dramatische jeugdjaren. Lange tijd had hij last van verlatingsangst.
Boekgegevens
”Levenstekens. Brieven uit Westerbork”, Hilde Verdoner; uitg. Boom, Amsterdam 2011; ISBN 978 94 6105 275 9; 216 blz.; € 19,90.