„Zieke asielzoekers niet uit opvang halen”
Er moet een onafhankelijke instantie komen waar bezwaar kan worden aangetekend tegen een beslissing om zieke en zorgbehoeftige asielzoekers uit de opvang te verwijderen.
Dat bepleiten Pharos, kenniscentrum vluchtelingen en gezondheid, en GGZ Nederland in de ”Rapportage Meldpunt schrijnende gevallen in de GGZ”, die maandag aan de Tweede Kamer is aangeboden. Het meldpunt werd eind vorig jaar ingesteld en kreeg in totaal 97 meldingen van onder meer hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg en medewerkers van VluchtelingenWerk.
De hulpverleners zeggen het gevoel te hebben hun werk niet goed te kunnen doen. De onzekerheid en angst op straat gezet te worden is bij asielzoekers vaak zo groot, dat de behandeling daardoor onmogelijk wordt gemaakt. Dit leidt tot „een sterk gevoel van machteloosheid en verontwaardiging bij hulpverleners.” Bij het uitzettingsbeleid wordt de professionele deskundigheid van GGZ-werkers bovendien terzijde geschoven, zo concludeert het rapport.
Artsen en therapeuten geven verder aan regelmatig te worden geconfronteerd met advocaten die procedurefouten maken of die asielzoekers niet verder willen bijstaan. Ook is er sprake van instanties die illegaal geworden asielzoekers geen hulp meer bieden, zelfs als dat „dringend nodig” is.
De schrijnende situaties zijn volgens Pharos allemaal het gevolg van een steeds striktere toepassing van de Vreemdelingenwet, waarbij er geen ruimte is om rekening te houden met medische omstandigheden van individuele personen.