Triosynode stelt verenigingsbesluit vast
De gezamenlijke synode van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk heeft vrijdag de tekst van het verenigingsbesluit vastgesteld. De kerken stemmen op 12 december afzonderlijk en definitief over de kerkfusie, die 1 mei volgend jaar een feit moet zijn.
„Een historisch besluit”, aldus SoW-scriba dr. B. Plaisier. De triosynode besloot -met 121 stemmen voor en 34 tegen- tot het opstellen van een verenigingsbesluit dat alledrie de kerken laat opgaan in de verenigde kerk: de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De onderscheiden (generale) synoden zullen voor hun eigen kerken het eigenlijke verenigingsbesluit moeten nemen. Deze stemmingen zullen op 27 juni (besluit in eerste lezing) en op 12 december (in tweede lezing) plaatshebben.
Bij de afzonderlijke stemming per synode bleek dat de hervormde synode 47 voorstemmers telde en 25 tegen; bij de gereformeerden waren dat respectievelijk 59 en 4, bij de luthersen 15 en 4. Als de hervormde synode in december op deze wijze zal stemmen, zal niet de tweederde van de uitgebrachte stemmen worden gehaald die nodig is om het verenigingsbesluit te nemen.
Gevraagd naar zijn reactie op deze constatering, zei dr. Plaisier desgevraagd erop te vertrouwen dat de verhoudingen worden bijgetrokken als de commissie-Stelwagen (antibreukcommissie) zijn werk af heeft.
Voorafgaand aan de bespreking zei dr. Plaisier dat „we al zo lang bezig zijn met Samen op Weg en met het bespreken van kerkordelijke teksten dat enigszins uit het zicht is geraakt dat dit alles is bedoeld om tot een verenigde kerk te komen. Drieënveertig jaar is ons niet in de koude kleren gaan zitten.”
Het proces werd echter volgens hem steeds meer een proces van „vormen en procedures, waarin we elkaar probeerden te overtuigen door teksten en regelingen.” Maar een kerkvereniging is, aldus de SoW-scriba, niet alleen een geestelijk proces, maar ook een moment van belangrijke juridische en notariële betekenis. „Maar we zijn kerk en geen bedrijf. We hebben de gave van elkaar en de vereniging gekregen. We zijn níet bezig geweest met een fusie van organisaties. Wat eeuwen uiteenlag en elkaar soms bestreed -de lutherse en gereformeerde traditie- komt nu bijeen. De bittere breuk in Afscheiding en Doleantie wordt overbrugd, de gemeenschap wordt hersteld.”
Ds. J. L. Schreuders (hervormd, Aalst), kon de „hooggestemde” verklaring van dr. Plaisier absoluut niet meemaken. „Ik ben niet dankbaar voor een proces dat niet alleen heling maar ook deling en scheuring brengt, zowel onder hervormden als gereformeerden. Samen op Weg is niet gegroeid uit een geestelijk verstaan van de beginselen van de Reformatie, maar omdat het orthodoxe bolwerk van de Gereformeerde Kerken na de oorlog zich ontwikkelde tot de midden-orthodoxie, die vervolgens aansluiting zocht bij de middenorthodoxie in de Hervormde Kerk. Dát is de bron van Samen op Weg. De vereniging is een breuk met de Hervormde Kerk zoals we die hebben gehad. De vereniging wordt een ramp voor de kerk en voor vele, vele gemeenten.”
Ds. H. de Jong (hervormd, Zwolle) legde een stemverklaring af namens ”de elf” die in januari in een ”Verantwoording vooraf” een klemmend beroep op de hervormde synode deden om met een handreiking richting bezwaarden te komen. De elf waren blij met het antwoord van het hervormde moderamen, dat besloot een commissie in te stellen om (onder leiding van ds. Stelwagen) met de bezwaarden te spreken. „Onze intentie blijft evenwel te voorkomen dat de kerk scheurt. Dat betekent dat wij ons vooralsnog genoodzaakt zien tegen het verenigingsbesluit te stemmen. We hopen dat dit voor het einde van het jaar anders zal zijn”, aldus ds. De Jong.
Vanwege de dreigende scheuring diende de hervormde diaken A. Guijt (Veenendaal) een motie in om het triomoderamen te verzoeken of de structuur van de nieuwe kerk zodanig aangepast kan worden dat bezwaren tot een minimum kunnen worden beperkt. „Leden en gemeenten dreigen af te haken. Dat kan niet gebeuren. We hebben nog een halfjaar te gaan. Laten we tot het laatst doorgaan om iedereen erbij te houden.” De motie werd niet aangenomen.
De gereformeerde synodepreses ds. J. G. Heetderks zei het persoonlijk verdrietig te vinden dat ds. De Jong en andere bezwaarde hervormden reageren met een vooralsnog ”nee”. „We zijn tot op het laatste moment bezig geweest om wegen te zoeken voor lutheranen, gereformeerden en hervormden. Het is nooit de bedoeling geweest om mensen buiten de kerk te plaatsen. Op een gegeven moment moet je weten binnen welke ruimte je kerk kunt zijn en dan is het ja of nee. Ik had gehoopt dat u zou zeggen: Ja.”
Dr. Plaisier zei in een reactie op de bezwaarden dat er eens een eind moet komen aan al het geregel. „Dat er ruimte is voor iedereen is een zaak die moet worden geloofd. Het is een zaak van vertrouwen dat er voor iedereen een plaats is in de kerk, die voluit een Christusbelijdende kerk zal zijn. Juist over het belijden is er zoveel gezegd. In de afgelopen veertig jaar hebben we op vele momenten toenadering gezocht en ons hart opengelegd.”
Hij sloot zich aan bij de opmerking van ds. J. Stelwagen, die zei dat het moderamen tot aan de rand is gegaan en misschien wel daarover. Dr. Plaisier: „Er komt een moment dat je niet meer tegen elkaar kunt zeggen: Nu ligt het bij u. U kunt niet nog eens vragen: Kunt u nog een stapje doen en het ultieme van het ultieme bereiken? Er is een einde aan, en dat is gekomen.”
De hervormde synodepreses ds. A. W. van der Plas zei na afloop van de stemming dat de triosynode een „historisch moment” beleefde nu het voorstel tot vereniging was aanvaard. „Er is om gebeden en naar verlangd, anderen hebben met zorg tegen deze dag opgezien. Als dit besluit naar onze kerken gaat, zal opnieuw de veelkleurigheid van de kerken tot uiting komen. We hebben allen de roeping om elkaar vast te houden, echt van harte naar elkaar te luisteren en de geestelijke eenheid te zoeken waarover Christus in Zijn Woord spreekt.”