Volgens boswachter Egbert Beens zijn de gevolgen van de bezuinigingen in dit natuurgebied zo snel merkbaar vanwege het intensieve beheer. Als het laagveenmoeras niet jaarlijks gemaaid wordt, zal het binnen enkele jaren beginnen te verdwijnen.

Het Nationaal Park Weerribben-Wieden, het grootste laagveenmoeras van Noordwest-Europa, is mede ontstaan door het afgraven van veen. Dit jaar wordt de helft van het gebied van 180 hectare wegens geldgebrek niet gemaaid. Blijft dat zo, dan zal dit over vijf jaar veranderd zijn in een bos. „Beschermde diersoorten, zoals de vuurvlinder, hebben daar dan geen plek meer om zich voort te planten.” Volgens Beens verdwijnt in drie jaar tijd 60 procent van het budget. Ook andere nationale parken krijgen op den duur last van bezuinigingen, aldus Beens.

Het gebied wordt jaarlijks bezocht door ruim 1 miljoen mensen. In de recreatiesector in de Kop van Overijssel worden mede door dit natuurgebied jaarlijks 600 miljoen euro verdiend, berekende een onafhankelijk onderzoeksbureau uit Arnhem in 2008. Terwijl het beheer jaarlijks 6 miljoen euro kost. „Dat wordt bij het bezuinigen nog wel eens vergeten. Natuur kost niet alleen geld.” De beheerders willen nu een fonds opzetten om alsnog aan geld voor het nodige onderhoud te komen.