Ook zei Rosenthal tegen hen dat alles op alles moet worden gezet om het geweld te stoppen. Hij noemde de stand van zaken rond een mogelijke resolutie van de VN-Veiligheidsraad teleurstellend voor de Syriërs vanwege de afwijzende houding van China en Rusland.

Hij zei sterk voorstander te zijn van een verscherping van de sancties tegen Syrië. Militaire interventie zou volgens Rosenthal geen goed idee zijn vanwege de banden van Syrië met Iran. „Dat zou de situatie van kwaad tot erger kunnen maken”.

Uit een besloten gesprek dat Rosenthal donderdagochtend voerde met de groep Syriërs, bleek volgens de minister dat er hoop en vertrouwen is onder de Syriërs over de toekomst. „Zij willen dat Syrië een land is waar men in vrijheid kan leven. Er klinkt een duidelijke boodschap door in hun woorden, dat niet slechts een groep het voor het zeggen mag hebben”, zei hij. „Ik heb die hoop ook”, aldus Rosenthal.

De ontmoeting vond plaats op een locatie in Rotterdam die de Nederlandse Syriërs hebben omgedoopt tot het Jasmijnplein, dat symbool moet staan voor de revolutie in Arabische landen. Het plein wordt gesierd door een verzameling kunstwerken die de opstand uitbeelden.

Er zijn leuzen te zien in het Arabisch en Engels tegen onderdrukkende regimes. Ook staat er een olievat beklad met leuzen. Dit is volgens een van de samenstellers van het Jasmijnplein een aanklacht tegen Westerse oliebedrijven zoals Shell, die handelsbetrekkingen onderhouden met het Arabische land. Minister Rosenthal benadrukte dat hij Nederlandse bedrijven oproept hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen als het gaat om het voeren van handelsbetrekkingen met Syrië.