„Bidt zonder ophouden.” Het is zeer noodzakelijk onze gebeden aan te vangen met het vertrouwen dat we verhoord zullen worden. Ik noem voorbeelden: „Onze Vader, Die in de hemelen zijt…” „Och Heere, Gij grote en verschrikkelijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt, dien die Hem liefhebben en Zijn geboden houden.” Dit zal het geval zijn als wij gepaste gedachten koesteren over Zijn heerlijke majesteit en oneindige uitnemendheid.

De delen van het gebed zijn: belijdenis, dankzegging en smeking. We lezen in Daniël: „Ik bad dan tot de Heere, mijn God, en deed belijdenis, en zei: Och Heere! Gij grote en verschrikkelijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt dien die Hem liefhebben en Zijn geboden houden. Wij hebben gezondigd en hebben onrecht gedaan en goddeloos gehandeld en gerebelleerd met af te wijken van Uw geboden en van Uw rechten.”

Het betaamt zondig stof en as in zijn gebeden tot God te komen met een beschaamd aangezicht, met tranen in de ogen, met schuldbelijdenis in de mond. Het is noodzakelijk om ons voor het aangezicht Gods te verootmoedigen. Het zijn alleen de zachtmoedigen die verhoord worden.

Thomas Boston, predikant te Ettrick (Schotland) (”Bidden zonder ophouden”, 1800)