De Jager zei dat woensdag in een Kamerdebat waarin verscheidene oppositiepartijen pleitten voor uitstel van de beursgang van ABN Amro, dat in het najaar van 2008 voor bijna 17 miljard euro door het kabinet van de ondergang werd gered. Inmiddels is er aan steun en rente voor in totaal 30 miljard in de bank gestoken.

De Jager wil dat ABN een Nederlandse bank blijft. Hij wil ook bij een beursgang 5 tot 10 procent van de aandelen behouden om zo ongewenste kopers af te schrikken. De Jager gaf toe dat hij er ook niet zeker van is dat de staat al het geld terugkrijgt dat in ABN is gestoken.

Oppositiepartijen als PvdA, SP en GroenLinks eisten van De Jager dat hij zijn ambitie om ABN in 2014 naar de beurs te brengen loslaat. De bank zou nog een aantal jaren door moeten om meer waard te worden.

Volgens De Jager was er aan de kant van de Kamer sprake van een misverstand over de timing van de beursgang. Die gebeurt op zijn vroegst in 2014 en daarvoor zouden dan in 2013 de voorbereidingen moeten beginnen. Maar de staat stapt pas uit ABN Amro, als voldaan is aan voorwaarden van stabiliteit in de financiële sector in Nederland en als ABN klaar is voor een beursgang en niet het risico loopt opgeknipt te worden.

Daarnaast speelt het doel om zo veel mogelijk geld terug te krijgen. „Maar ABN wordt niet automatisch meer waard door te wachten”, zei De Jager.

De SP kondigde in het debat een motie aan om uit te sluiten dat De Jager toch al in 2014 ABN naar de beurs brengt. Zo’n motie haalt waarschijnlijk geen meerderheid, omdat behalve VVD en CDA ook de PVV niet neigt naar steun voor zo’n Kameruitspraak. „Jaartallen vind ik niet zo interessant. Mij gaat het om kwaliteitseisen aan de nieuwe eigenaar. We willen geen megalomane idioten uit het buitenland meer”, zei PVV-Kamerlid Roland van Vliet na afloop van het debat.