Camping en zijn volgelingen riepen vorige maand via internet en het wereldwijde radionetwerk in meer dan veertig talen op zich voor te bereiden op de oordeelsdag. Ze besteedden miljoenen dollars van hun geld aan advertentiecampagnes, in de vaste overtuiging dat de oordeelsdag op 21 mei zou zijn aangebroken. Veel mensen gaven geld voor de campagne van Camping. De schade loopt in de miljoenen.

Sommige donoren verkeren nu in grote financiële problemen omdat ze hun hele vermogen hebben geschonken. Anderen zijn vooral gefrustreerd en voelen zich bedrogen. Een aantal mensen onderzoekt nu de mogelijkheid om Camping voor de rechter te slepen wegens fraude.

Om een kans te maken, zouden de donoren moeten aantonen dat de organisatie van Harold Camping zelf niet geloofde in de wederkomst op 21 mei, zegt Thomas Berg, hoogleraar recht en beleid aan de Universiteit St. Thomas in Minnesota. „Om te bepalen dat zijn verklaringen niet oprecht waren, moet de rechtbank diepgaand onderzoek doen naar religieuze overtuigingen. Zulke onderzoeken gaan in tegen het eerste amendement van de grondwet.”

Organisaties die zich bezighouden met de scheiding tussen kerk en staat onderzoeken ook of een aanklacht tegen Camping zin heeft. Een van hen heeft al een brief gestuurd naar het openbaar ministerie. Er is echter weinig kans van slagen, denkt Robert Tuttle, onderzoeker recht en religie aan de George Washington Universiteit. Volgens hem zijn de wetten die verhinderen dat mensen Camping voor de rechter kunnen slepen, dezelfde wetten zijn die de vrijheid van godsdienst in de Verenigde Staten garanderen.

De 89-jarige Camping, die voor 1994 ook al eens de terugkeer van Jezus op aarde had voorspeld, noemt nu 21 oktober als nieuwe datum voor de oordeelsdag. In de VS zijn duizenden reclameborden neergezet met de nieuwe datum.