De familie wil uiteindelijk minimaal 500.000 euro van de bank terugkrijgen. Ze vindt dat een optiehandelaar van het SNS-kantoor in Maastricht haar verkeerd heeft voorgelicht. Daarover loopt nog een bodemprocedure.

Volgens directeur juridische zaken en advocaat van SNS Reaal, F. ’t Hart, is de directe schade die de familie door het beleggen heeft opgelopen 310.000 euro, „ongeacht de oorzaak van het beleggingsverlies.” De bank loopt naar zijn zeggen niet weg voor haar verantwoordelijkheid. „Wij zijn bereid eenderde van de schade te vergoeden.”

Advocaat Bos vindt dat de bewuste optiehandelaar zijn cliënten „gek heeft gemaakt” door flinke winsten voor te spiegelen. De hele familie nam op advies van de bank extra hypotheken op om met dat geleende geld te kunnen beleggen.

’t Hart van SNS nuanceert die stelling: „Wij hebben de cliënt meermalen gevraagd of hij bepaalde transacties wel zou doen.” Het enige verwijt dat SNS zichzelf kan maken is dat de bank de klant niet beter tegen zichzelf in bescherming heeft genomen, meent de advocaat. Volgens hem was het hoofd van de familie een zeer deskundige particuliere belegger met een jarenlange ervaring.

De berooide familie wilde zolang de bodemprocedure over de zaak loopt alvast 100.000 euro zien als voorschot. SNS had al in de bodemzaak toegezegd dat bedrag als voorschot te betalen, maar stelde als voorwaarde dat het geld weer zou worden terugbetaald als de familie de bodemprocedure zou verliezen.

Daarop spande de familie een kort geding aan. „Het is wel bijzonder dat SNS 100.000 euro wil voorschieten”, vindt advocaat Bos. „Het gebeurt niet vaak dat een bank alvast schade erkent.”

De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de familie de kosten van het kort geding moet betalen, omdat zij de voorwaarde van het eventueel terugbetalen van het voorschot heeft geaccepteerd. Voor SNS-advocaat ’t Hart betekent dit dat het kort geding nooit had hoeven plaatsvinden. „Maar de advocaat van de familie wilde per se doorzetten.”