JOEGOSLAVIE-TRIBUNAAL: Voor het in 1993 opgerichte tribunaal behoort Mladic tot de grootste ‘vissen’. Het ICTY verwacht zijn uitlevering: „Het tribunaal ziet uit naar zijn snelle uitlevering (…), nadat de gerechtelijke procedures zijn afgerond die de Servische wet voorschrijft.” Het heeft beklemtoond dat het over de goede medische medewerkers en middelen beschikt.

SALJIC: Mladic’ Servische advocaat Milos Saljic stelt dat de gezondheidstoestand van Mladic niet toestaat dat hij in Den Haag wordt berecht. Mladic moet ook eerst in Servië psychologisch worden onderzocht. Mede daarom tekent Saljic maandag beroep aan tegen het besluit van de rechter dat Mladic fit genoeg is. Saljic beklemtoonde in het weekeinde dat zijn cliënt geestelijk hard achteruitgaat. Sommige waarnemers stellen dat de zwakke gezondheid van Mladic voor de Servische autoriteiten juist een extra reden is om haast te maken met de uitlevering.

Saljic hoopt dat de behandeling van het beroep dagen duurt. Hij tekent maandag via de post beroep aan en hoopt dat de rechters woensdag pas de stukken inzien. Die hebben dan drie dagen ter afweging, maar zo veel tijd lijkt niet nodig. Het beroep betekent niet automatisch dat Mladic niet naar Den Haag mag, omdat het geen schorsende werking heeft. Maar zowel de Servische autoriteiten als het tribunaal zouden om verschillende redenen baat hebben bij afwerking van de normale procedures. Tot slot is een handtekening van minister Snezana Malovic van Justitie vereist.

MLADIC: Mladic meent als militair zijn plicht te hebben gedaan en spreekt de beschuldigingen van het zijns inziens partijdige tribunaal tegen. Net als veel Serviërs, van wie er zeer velen uit delen van Kroatië, Bosnië en uit Kosovo zijn verdreven, beschouwt hij het hof als een instrument van het Westen dat probeert de anti-Servische politiek van destijds te rechtvaardigen.

SERVISCHE OVERHEID: De regering wil graag van Mladic af, omdat hij een obstakel voor toenadering tot de EU is. Maar zijn uitlevering is fel omstreden. De sancties en oorlogen tegen Serviërs in de jaren negentig zijn niet vergeten en de mening overheerst dat Servië ten onrechte als boosdoener is afgeschilderd. Het ICTY berecht voornamelijk Serviërs. De minister die verantwoordelijk is voor de samenwerking met het ICTY, Rasim Ljajic, zei dat iets meer dan de helft van de bevolking tegen uitlevering is en dat dit de regering de verkiezingen kan kosten, maar het is volgens Ljajic in het belang van Servië. Omdat de regering in Belgrado geen pottenkijkers wil, is de overdracht van Mladic waarschijnlijk ‘s nachts.