Dat staat in een verklaring die woensdag na afloop van de besprekingen is uitgegeven.

De OPEC hanteert een marge voor de prijs van haar ruwe olie van 22 tot 28 dollar per vat. Op het ogenblik liggen de noteringen aan de bovenkant van die bandbreedte. Het is waarschijnlijk dat een daling optreedt naarmate de export van lidstaat Irak weer op gang komt. Dat zou aanleiding kunnen zijn voor een beperking van de productie.

De voorzitter van de OPEC, Abdallah ben Hamad Al-Attiyah, verklaarde dat zijn organisatie „alles voor Irak zal doen.” Hij zei verder dat het moeilijk is te bepalen wanneer Irak op de wereldoliemarkt terugkeert. De voorzitter wees erop dat het land met zijn export „technische vertragingen” ondervindt.

Met het oog op de wijziging in de marktsituatie die Irak op korte termijn kan veroorzaken, houdt de OPEC op 31 juli een extra ministersvergadering in Wenen, waar het hoofdkantoor is gevestigd. De eerstvolgende reguliere bijeenkomst staat op de agenda voor 24 september.

Irak was niet vertegenwoordigd bij het overleg in Doha. Volgens de OPEC-ministers kan het land geen vertegenwoordiger sturen zolang het onder Amerikaans bewind valt. Analisten zeggen dat Bagdad onder invloed van Washington zou kunnen besluiten de OPEC, die het land ruim veertig jaar geleden hielp oprichten, te verlaten.

De olieprijzen gingen iets omlaag door het OPEC-besluit de productie niet te wijzigen. Amerikaanse olie, die dinsdag nog op het hoogste prijspeil was gekomen sinds half maart, daalde met 16 dollarcent tot 27,92 dollar per vat. Olie uit het Noordzeeveld Brent zakte met 10 cent tot 31,63 dollar.