SARS tast Aziatische economieën aan
Langzaam maar zeker zetten de Aziaten hun mondkapjes weer af. De economische gevolgen van SARS zijn echter minder gemakkelijk af te schudden. De longziekte heeft de regio wekenlang in een wurggreep van angst gehouden. De psychologische schok schaaft een flinke laag van de economische groei.
Het bruto nationaal product (bnp) van Hongkong zal dit jaar 3 tot 6,6 procent lager komen te liggen als gevolg van de SARS-epidemie, voorspelt de Asian Development Bank (ADB). In China daalt het bnp 2,3 tot 5,8 procent, in Taiwan 2,5 tot 5,3 procent en in Korea 1,3 tot 3 procent.
De economische gevolgen staan totaal niet in verhouding tot het aantal slachtoffers dat de epidemie heeft geëist. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waren er op 1 juni 772 mensen bezweken aan het mysterieuze virus. China is met 334 slachtoffers het zwaarst getroffen, gevolgd door Hongkong (283), Taiwan (81), Canada (32) en Singapore (31).
Informatie over SARS-slachtoffers beheerst het nieuws. Er is echter nauwelijks informatie over de risico’s van de ziekte. En nog minder over de maatregelen van de autoriteiten om de epidemie onder controle te krijgen. Het is deze onzekerheid en de daaraan gekoppelde angst die de grootste schade heeft aangericht. Schade aan de economische gezondheid van alle Oost-Aziatische landen.
De angst voor SARS heeft op verschillende manieren de Aziatische economieën aangetast. In de landen waar de ziekte de meeste slachtoffers heeft geëist -China, Hongkong, Taiwan en Singapore- is de economische vraag weggevallen. Peking heeft wekenlang strenge restricties gelegd op het komen en gaan van bevolking en bezoekers. Waar die restricties niet bestaan, houdt angst de mensen weg. Het is al enkele weken geleden dat de epidemie in de Chinese hoofdstad haar hoogtepunt bereikte, maar lokale media berichten nog steeds over winkels zonder klanten, warenhuizen waar niets verkocht wordt en hotels zonder gasten. Het grote Chinese warenhuis, Haier, meldde onlangs een terugloop in verkoopcijfers van 50 procent.
Het toerisme is ook een zorgenkindje. Deze sector is verantwoordelijk voor 10 procent van het bnp van Azië. Veel toeristen blijven weg uit angst voor het virus. Verder is de markt voor beurzen en zakenreizen ingestort; er werd massaal geannuleerd. Dit zal een negatief effect hebben op de handel met en in Aziatische landen. Er is grote kans dat investeerders enige tijd minder happig zullen zijn. Dit lijkt al te zijn begonnen. Het Japanse bedrijf Toshiba heeft plannen voor de uitbreiding van een microchipfabriek in China uitgesteld. De Japanse gigant Matsushita (National Panasonic) heeft bekendgemaakt fabrieken in China te sluiten en de productie over te hevelen naar Maleisië.
Niet enkel de economische vraag heeft het hard te verduren. De opgelegde reisbeperkingen hebben het voor veel bedrijven in China moeilijk gemaakt voldoende personeel te krijgen. Goederen, als ze al aankomen, zijn enorm vertraagd door quarantaines en restricties.
De organisatie van landen in Azië en rond de Stille Oceaan APEC heeft een actieplan aangenomen om het vertrouwen terug te winnen. Er komen initiatieven voor het uitwisselen van informatie, strengere gezondheidscontroles bij grenzen en plannen om toerisme en handel weer op gang te krijgen.
Maar landen kunnen het zich niet veroorloven te wachten op suggesties van de APEC. Als er niet snel wordt ingegrepen, kunnen de gevolgen dramatisch zijn. In een interview met de Far Eastern Economic Review waarschuwt de premier van Singapore, Gok Chok Tong, voor de economische gevolgen van SARS. „Ik geloof dat het probleem erger kan worden dan bij de financiële crisis van Azië in 1997-1998.” De economie zal volgens de premier een „heel zware klap” krijgen.
Singapore is reeds op de proppen gekomen met plannen om de toeristische sector weer op de been te krijgen. Het gaat zal 100 miljoen euro uitgeven om de komende zeven maanden 4 miljoen toeristen naar Singapore te lokken. Dit moet 2 miljard euro in het laatje brengen. Dat is nodig ook. Het bezoekersaantal is sinds maart met maar liefst 70 procent teruggelopen. Andere steden hebben te maken met vergelijkbare percentages. Peking heeft het aantal toeristen zien teruglopen met 44 procent, Hongkong met 65 procent en Maleisië met 36 procent.
De schade aan de Oost-Aziatische economie bedraagt volgens veel schattingen ruim 30 miljard euro. Wat het effect zal zijn op lokale overheden, die plotseling gedwongen worden enorme bedragen de economie in te pompen, valt nauwelijks te voorspellen. Enorme budgettekorten worden verwacht. En niemand weet of SARS in de winter een comeback zal maken.