Directe aanleiding voor het opstellen van het rapport zijn de grote verschillen in de lengtes van de wachtlijsten bij de Regionale Bureaus Jeugdzorg. Provinciale Staten vroegen daarover vorige maand om opheldering.

Uit een eerste onderzoek blijkt nu dat er grote verschillen bestaan tussen de beoordelingswijze van de hulpvraag en het stellen van indicaties voor jeugdzorg. Bij een indicatiestelling wordt bekeken of een jongere aanspraak kan maken op verdere hulpverlening. De verschillende werkwijzen zorgen voor verschillende beoordelingen. Dit heeft ook gevolgen voor de lengte van de wachtlijst, zo blijkt uit het onderzoek.

Gedeputeerde Esmeijer wil nu dat de instellingen voor jeugd-GGZ en de Bureaus Jeugdzorg op korte termijn met elkaar om de tafel gaan zitten. Volgens hem ligt daar de sleutel tot de oplossing, omdat de twee instanties in bepaalde delen van de provincie samen optrekken, maar elders ook weer helemaal niet. In dat gesprek moet het vooral komen tot goede afspraken tussen beide partijen, omdat daarmee de grote verschillen in lengte van de wachtlijsten kunnen verdwijnen.

Uit de tussenrapportage blijkt dat er mede dankzij extra geld van Rijk en provincie, voor aanmelding geen wachtlijsten meer bestaan. Dit geldt ook voor de Jeugdbescherming en de Jeugdreclassering. Het Bureau Jeugdzorg voert eerst zelf een aantal gesprekken met de cliënt om te voorkomen dat er een groot gat ontstaat tussen aanmelding en daadwerkelijke hulp. Voor de ambulante hulpverlening bestaan er wel wachtlijsten.

Ook blijkt dat het huidige budget voor de jeugdzorg nog steeds te laag is. Zonder structurele verhoging blijven forse wachtlijsten terugkeren, schrijven de opstellers van het rapport. Alleen al voor de wachtlijstbestrijding dient het jeugdzorgbudget landelijk structureel te worden verhoogd tot 25 miljoen euro per jaar. Het huidige budget voor Gelderland is 2,75 miljoen.