Wel zei ze dat Pakistaanse functionarissen hebben gezegd dat er mensen in het land Bin Laden moeten hebben gesteund, voordat hij werd gedood. Een speciale eenheid van de Amerikaanse strijdkrachten doodde Bin Laden in de nacht van 1 op 2 mei in de Pakistaanse garnizoensstad Abbottabad.

Het bezoek van de bewindsvrouw aan Pakistan was van tevoren niet aangekondigd. Volgens waarnemers wilde zij met de reis de bilaterale betrekkingen verbeteren, die belast worden door de operatie tegen Osama bin Laden. Pakistan heeft de dood van de terroristenleider weliswaar verwelkomd, maar hekelde de schending van zijn soevereiniteit door Amerikaanse militairen. Islamabad heeft de VS daarom al gevraagd het aantal Amerikaanse militaire adviseurs terug te schroeven.

Verder steekt het de Pakistanen dat na de operatie tegen Bin Laden in de Verenigde Staten velen zich afvroegen hoe het kon gebeuren dat de leider van het terreurnetwerk al-Qaeda zo lang in Pakistan kon leven zonder te worden ontdekt.

Clinton sprak in Pakistan met onder anderen president Asif Ali Zardari, legerleider generaal Ashfaq Kayani en het hoofd van de Pakistaanse inlichtingendienst, Ahmad Shuja Pasha. Na afloop van de gesprekken noemde de Amerikaanse bewindsvrouw haar onverwachte bezoek aan Pakistan „zeer belangrijk”, omdat de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en dat land „een keerpunt” hebben bereikt. Zij erkende dat geen land zo door het terrorisme is getroffen als Pakistan.

Clinton zei dat de Verenigde Staten en Pakistan meer werk moeten maken van het bestrijden van radicale moslimgroepen. Ze wees erop dat zonder de hulp van Pakistan nooit vrede in buurland Afghanistan kan worden bereikt. „In Afghanistan is een proces van politieke verzoening op gang gekomen”, zei Clinton. „Maar de opstand wordt voortgezet vanuit toevluchtsoorden, hier in Pakistan.”