Australische hotelspringer ontkent opzet
AMSTERDAM (ANP) – De 29-jarige Australiër Abdallah O., die in juli vanuit een Amsterdams hotelraam bovenop een Braziliaanse toerist sprong, deed dat niet met de opzet iemand te verwonden. Hij was onder invloed van drugs en alcohol en probeerde met de sprong van driehoog in de Kerkstraat te ontsnappen aan hallucinaties. Dit verklaarde hij donderdag voor de rechtbank in Amsterdam.
De officier van justitie vroeg de rechtbank de schorsing van O.’s voorlopige hechtenis op te heffen. Ook wil het OM dat de verdachte alvast 112.500 euro aan het slachtoffer betaalt. Letselschadeadvocaat John Beer had daar namens de Braziliaan om gevraagd. Beer heeft bij justitie beslag gelegd op de borgsom die is betaald voor O., zodat hij in vrijheid de strafzaak kon afwachten.
O. verklaarde tijdens de zitting dat hij niet met opzet iemand wilde verwonden. Hij was onder invloed van drugs en alcohol en probeerde met de sprong van driehoog in de Kerkstraat te ontsnappen aan hallucinaties. O. vergeleek zijn sprong met een scène uit de film The Matrix. „Het voelde alsof ik me in een oorlogssituatie bevond, in een andere dimensie”, zei hij. Na deze slechte ervaring heeft de Australiër geen drugs meer aangeraakt.
Volgens justitie komt de psychose waarin de verdachte terechtkwam, „geheel voor zijn eigen rekening”. Als ervaren cannabisgebruiker had hij volgens de officier moeten weten dat hij dit risico liep. Justitie verdenkt O. van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. O.’s advocaat Peter Plasman pleitte voor vrijspraak. „Er was geen enkele sprake van besef. Dus is er geen sprake van opzettelijk handelen”, aldus Plasman. De raadsman sprak van psychische overmacht.
Het nu 19-jarige slachtoffer uit Sao Paulo was niet bij de zitting aanwezig. De eerstejaars rechtenstudent brak destijds zijn rug en raakte verlamd vanaf zijn navel. Volgens Beer worstelt hij met de gevolgen van de dwarslaesie en heeft hij moeite het leven weer op te pakken. Hij las namens zijn cliënt een slachtofferverklaring voor. De lichamelijke situatie van het slachtoffer zal niet meer verbeteren. O. noemde de gedachte dat het slachtoffer nooit meer zal kunnen lopen, verschrikkelijk.
De rechtbank doet op 9 juni uitspraak.