Opheusden, gisteravond. Rond een uur of acht staan er vier auto’s bij de jongerenontmoetingsplaats naast sporthal de Biezenwei. Muziek knalt uit de boxen. In de passagiersstoel trekt een van de jongeren aan een joint. Ze komen hier vaker, zeggen ze. Om een biertje te drinken en te kletsen.

Omwonenden, gebruikers van de sporthal en de bezoekers van wijkcentrum Snellenburg klagen over geluidsoverlast, vernielingen en troep. Ook bij peuterspeelzaal Dribbel is men het beu. „Bij de ingang van het gebouw ligt vaak afval en kapot glas. Daarnaast vinden we lege wietzakjes”, zegt Truus Vis, medewerkster van de peuterspeelzaal. Zelfs op de afgesloten speelplaats ligt regelmatig glas. „Eigenlijk moeten we iedere dag de speelplaats controleren op afval voordat de kinderen buiten kunnen spelen.”

Het probleem speelt al jaren. Vis: „Als je dan een paar keer klaagt over de overlast, komt er wel een extra jongerenwerker. Maar dat zijn allemaal tijdelijke oplossingen. Het probleem blijft bestaan.”

Dat is dan ook de reden waarom PvdA-raadslid Woldberg in Neder-Betuwe vanavond vragen over de overlast stelt in de raadsvergadering. Hij zal pleiten voor strikte handhaving, zo laat hij alvast weten. „De zachte methode heeft niet gewerkt. Het is tijd voor actie.”

Die actie komt er, maar misschien niet op de manier die Woldberg graag ziet. Politie, gemeente en jongerenwerkers hebben na gezamenlijk overleg de afgelopen week een plan van aanpak gemaakt. Omdat er voor de plannen nog geld vrijgemaakt moet worden, kan de verantwoordelijk wethouder Van Neerbos (PvdA) over de inhoud van de plannen nog weinig zeggen. Wel meent hij dat je zo’n probleem niet alleen kunt aanpakken. „Politie, gemeente, maar ook de buurt moet zijn verantwoordelijkheid nemen.” Volgens Van Neerbos gaat het om enkele tientallen jongeren. „We hebben ze allemaal in beeld.”

Jongerenwerkers constateerden in de afgelopen maanden dat er door de oudere jongeren drugs worden gebruikt. Ook leven er vermoedens dat er gedeald worden. Voor de gemeente aanleiding om in april aan de slag te gaan met een nieuw plan. „Drugsgebruik op die plek heeft natuurlijk een grote invloed op de jongeren tot zestien jaar, die daar ook samenkomen”, meent Van Neerbos.

Volgens de jongeren zelf is er geen sprake van drugshandel. „Ze roken hier wel eens een jointje, maar dat mag toch?” stelt Robin Akse. „Natuurlijk hebben we wel eens herrie, maar mijn rotzooi ruim ik altijd op.”

Een meisje vult hem aan: „Je kunt toch verwachten dat er wat herrie is bij een hangplek voor jongeren?” Helemaal vreemd vindt Akse het echter niet dat de jeugd bij de sporthal in de gaten worden gehouden. „Er zijn inderdaad mensen die dingen vernielen en troep achterlaten.”

Ook fractievoorzitter Van Tuijl van de SGP in Neder-Betuwe maakt zich zorgen om de situatie, vooral om het drugsgebruik. De SGP pleit daarom al geruime tijd voor meer politie in de gemeente. „Dit is een probleem dat in iedere gemeente kan ontstaan, dus ook bij ons. Maar als er geen blauw op straat is, kun je het probleem niet oplossen.”

De vraag blijft dan ook waarom Van Neerbos denkt dat de nieuwe aanpak wel het verschil kan maken. Van Neerbos: „Ik geloof dat we dit kunnen aanpakken. Maar dan moet iedereen, ook de buurt, verantwoordelijkheid nemen.”

Vis blijft sceptisch. „Misschien dat een hangplaats voor jongeren en een peuterspeelzaal gewoon niet zo goed samen gaan.”