Eind jaren ‘80 sloot hij zich aan bij mujahedinstrijders tegen de communistische overheid. Tijdens gevechten raakte hij zijn rechteroog en een been kwijt.

De zegetocht van mullah Omar begon in 1994, toen hij twee meisjes bevrijdde uit de handen van een mujahedincommandant, die de kinderen had ontvoerd en verkracht. Dit verhaal verspreidde zich door Afghanistan en de populariteit van Omar steeg naarmate hij meer plunderende en verkrachtende krijgsheren verdreef of doodde. Bovendien maakte Omar met zijn Taliban (koranstudenten) een eind aan de talrijke tolheffingen op wegen, die de mujahedin hadden ingesteld om zichzelf te verrijken.

Omar vroeg geen geld voor zijn daden, maar eiste steun van dorpelingen bij de opbouw van een islamitische staat. Veel koranstudenten sloten zich bij de mullah aan. De Talibanbeweging groeide snel uit tot een ongeregelde legermacht van zo’n 50.000 man. Maar zelf sloegen de Taliban ook aan het moorden, plunderen en verkrachten.

In 1996 werd Omar benoemd tot onbetwiste leider van de Taliban. Omar stichtte een strengislamitisch bewind dat werd gefinancierd door geldschieters uit Pakistan en Saudi-Arabië.

Twee jaar later kwam hij pas echt in het nieuws, toen hij de Saudische extremist Osama bin Laden, een van zijn belangrijkste geldschieters, weigerde uit te leveren aan de Verenigde Staten. Bin Laden, oprichter van het terreurnetwerk al-Qaida, werd ervan verdacht achter de bomaanslagen op Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania te zitten.

Naar verluidt ontwikkelden Omar en Bin Laden nauwe familiebanden. Zo zou Omar met de oudste dochter van Bin Laden zijn getrouwd en zou de vierde vrouw van de Saudiër een dochter van Omar zijn.

Na de terreuraanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten viel dat land Afghanistan binnen. Het Talibanbewind werd snel verdreven. Mullah Omar vluchtte en dook onder, net als Bin Laden. Algemeen werd aangenomen dat de Talibanleider in de afgelopen jaren verbleef in Quetta, een stad in Pakistan, niet ver van de grens met het buurland Afghanistan.

Maandag doken berichten op dat Omar zou zijn overleden. De Talibanbeweging ontkende het nieuws.