De Vries (VS) zet zich in voor gedachtegoed Kuyper en Bavinck
AMSTERDAM – Ik ben optimistisch over wat er in de kerk wereldwijd gebeurt, zegt de 82-jarige Amerikaan Rimmer de Vries. „De traditionele kerken lijken ten dode opgeschreven, maar nieuwe initiatieven dienen zich aan. Er komt een generatie op die gezond en praktisch theologisch onderwijs wil en daarmee de wereld wil dienen.”
Rimmer de Vries emigreerde in 1952 naar Amerika. Daar ontvouwde zich een succesverhaal waar een doorsnee-emigrant jaloers op is. De Vries bracht het tot financiële topman, voor het laatst werkzaam bij de bank J. P. Morgan Chase, die in 2008 25 miljard dollar uit het reddingspakket van de regering kreeg maar als eerste ook het bedrag weer terugbetaalde. De publicaties van De Vries, econoom, over crisismanagement waren verplichte stof op Amerikaanse onderwijsinstellingen. In 1968 startte hij het tijdschrift World Financial Markets, dat op zijn hoogtepunt 80.000 abonnees kreeg.
„Het ging fout met de huizen”, zegt De Vries in een terugblik. „Toen ik in Amerika kwam en voor het eerst een huis kocht, moest ik een derde ervan met eigen geld kunnen financieren. De laatste tien jaar was het de politiek van de overheid dat iedereen een eigen huis moest hebben. Gevolg was dat banken hypotheken verstrekten die velen niet konden opbrengen.”
De Vries kan gezien zijn geslaagde carrière in zijn pensioentijd genieten van huisje, boompje en beestje. Maar dat is niet besteed aan deze bevlogen christen, lid van de Presbyterian Church in America (PCA), in een plaats even boven Seattle gelegen. Hij gebruikt zijn vermogen om het gedachtegoed van Kuyper en Bavinck te verbreiden.
De Vries was vorige week even in Nederland om de inauguratie van Stefan Paas op de VU-leerstoel voor kerkplanting bij te wonen, waarvan hij een van de hoofdsponsors is. „Er is een bedrag voor vijf jaar geïnvesteerd, maar we moeten nu al naar de volgende vijf jaar kijken. De overheid is steeds minder geneigd te investeren, de kerk heeft er des te meer reden toe.”
De Vries groeide op in Nederland, in een omgeving waar Kuypers gedachtegoed van invloed was op heel het leven, op gezin, kerk, onderwijs en cultuur. „Dat hebben gereformeerde emigranten in Amerika al snel laten liggen. Zij sloten zich op in hun eigen gemeenschap, in eigen kleine kolonies. De emigrantenkerken brachten alleen praktische leiders en evangelisten voort, maar geen theologen en filosofen die het geloof in verbinding brachten met het gehele leven. Daarom kreeg de kerk ook geen invloed op de omringende cultuur. Het fundamentalisme maakte vervolgens opgang, maar trok zich terug uit de wereld. Geloof werd alleen beleefd in de innerlijkheid, zonder enkele band met de samenleving.”
De Vries is de initiatiefnemer van de jaarlijkse Abraham Kuyperprijs die aan het Princeton Theological Seminary wordt uitgereikt. Onder anderen G. Puchinger en J. P. Balkenende namen deze in ontvangst, vorig jaar was dat de Amerikaanse schrijfster Marilynne Robinson. Aan de prijsuitreiking zit een lezing vast, die gevolgd wordt door een tweedaagse conferentie over de betekenis van het (neo)calvinisme.
De Vries: „De instelling ervan gaat terug op een congres dat we in 1998 organiseerden ter gelegenheid van de honderdjarige herdenking van Kuypers lezingen over het calvinisme in Princeton. Maar liefste 450 bezoekers uit de gehele wereld kwamen op dat congres af. Het bleek toen dat Kuyper actueel is bij een groep die niets met Nederland heeft. Er is wereldwijd een behoefte aan christelijke theologie die het geloof relevant maakt voor wetenschap en cultuur.”
De Vries maakte het financieel mogelijk dat tal van werken van Kuyper vertaald konden worden, zoals de ”Gemene gratie” en ”Pro Rege”. „En niet alleen in het Engels, we denken ook aan het Frans en het Chinees”, zo stelt de immer actieve De Vries. Van Bavinck was al het nodige vertaald door de Dutch Translation Society in Grand Rapids. „Maar zij gaven geen Kuyper uit, wel werken van de Nadere Reformatie. Welnu, piëtisme is niet wat we zoeken in Amerika. Kuyper had daar ook weinig mee, evenmin met het fundamentalisme. Het gaat om antwoorden die het christelijk geloof voor déze tijd kan geven. Daarom is Bavinck ook zo populair. De Engelse vertaling van zijn ”Gereformeerde dogmatiek” is in Amerika een bestseller.”
De Vries ziet een positieve verschuiving in het denkklimaat in Princeton. „Tientallen jaren voerden de barthianen de boventoon, nu zijn de gereformeerden invloedrijk. Karl Barth was ongetwijfeld een groot theoloog, maar hij is niet relevant voor de cultuur. Het Kuyper Centre in Princeton heeft een aantal uitstekende hoogleraren en beschikt ook over studiebeurzen voor de meest gekwalificeerden onder de studenten.”
De Vries komt helemaal los als hij spreekt over de wereldwijde belangstelling voor gezonde, gereformeerde theologie. Hij noemt als markant voorbeeld het City Seminary of New York, een snel groeiend seminarie dat theologen opleidt die geïnteresseerd zijn in de verkondiging van het Evangelie wereldwijd. „Ze zijn allen kuyperianen, die uit de hele wereld komen, hun Bijbel in hun broekzak hebben en vernieuwend bezig willen zijn. Ze hebben geen besef van traditionele kerken en staan op een open en frisse manier in de kerk. Het seminarie leidt deze studenten op tot theologen die hooguit een master halen en vooral praktisch met het Evangelie aan de slag gaan. We hoeven geen promovendi die zeven jaar veel geld kosten maar van wie weinig praktisch rendement valt te behalen.”
De Amerikaan zegt erg optimistisch te zijn over allerlei initiatieven van jongere gereformeerde theologen. „We beleven positieve tijden”, zegt hij. „Er komt een generatie op die kerken wil planten en weinig heeft met traditionele denominaties. Die lijken tot ondergang gedoemd te zijn. Waarom zou je die met veel moeite nieuw leven in blazen? Laten we oog hebben voor vernieuwers die kerken willen stichten en daarvoor ook een gezonde theologie nodig hebben.”