EU begint aan taai landbouwoverleg
De vijftien ministers van Landbouw van de Europese Unie gaan vanaf woensdag drie dagen en nachten van zware onderhandelingen tegemoet over de miljardensubsidies aan boeren. De Europese landbouwcommissaris, Franz Fischler, zei dinsdag dat een akkoord mogelijk moet zijn over een vergaande wijziging van het bestaande systeem.
Fischler presenteerde in januari zijn plannen. Hij wil niet langer subsidie geven voor bepaalde landbouwproducten. De boeren krijgen in de nieuwe opzet inkomenssteun, een soort sociale uitkering, gebaseerd op wat ze in het verleden verbouwden. Welk gewas ze voortaan willen telen, mogen ze zelf weten. Zo kan een graanboer overschakelen op aardappelen, die meer opbrengen, zonder bang te zijn de Europese subsidie te verliezen.
Spanje geldt als grootste tegenstander en lange tijd was ook Frankrijk fel tegen elke verandering van het huidige systeem, dat op maat van de Franse boeren is geschreven. Maar de laatste tijd lijkt Parijs bij te draaien. Overigens wil Fischler niet dat er minder Europees geld gaat naar landbouw, hij wil het alleen anders verdelen.
Fischler stelt verder voor de gegarandeerde minimumprijzen voor melk stap voor stap met in totaal 25 procent te verlagen. De boeren worden slechts deels gecompenseerd met inkomenssteun. Dat kan voor Nederland met zijn vele melkveehouders hard aankomen. Het Landbouw Economisch Instituut heeft berekend dat het inkomen van een Nederlandse melkveehouder de komende tien jaar wordt gehalveerd. Het aantal melkkoeien gaat waarschijnlijk met eenvijfde terug.
Al deze maatregelen zijn nodig omdat de huidige landbouwsteun indruist tegen de wereldvrijhandel. De EU wil in allerlei sectoren de wereldmarkt vrijmaken, dat wil zeggen geen belemmeringen opleggen aan import en export. Een wereldwijd akkoord daarover binnen de handelsorganisatie WTO is pas mogelijk als er een akkoord komt over de landbouw. „Als we geen besluit nemen over de landbouw zou dat onze positie in de WTO-gesprekken in gevaar brengen”, zei Fischler dinsdag. Hij hoopt dat andere landen, met name de VS, het Europese voorbeeld zullen volgen.
Volgens europarlementslid Mulder (VVD) kan een WTO-akkoord het leed voor de Nederlandse melkveehouders verzachten. „Bij export van kaas naar de VS geldt nu een quotum. Als we erin slagen de VS over te halen die restrictie weg te nemen, kunnen we meer kaas naar de VS maar ook bijvoorbeeld Japan exporteren. Zo kun je de prijsdaling van melk opvangen.” Maar zekerheid dat een hervorming van het Europese landbouwbeleid tot een wereldwijd vrijhandelsakkoord leidt, kan niemand geven.
Mulder waarschuwt dat ook de voorstellen van Fischler om boeren voortaan vrij te laten in de gewaskeuze een probleem kunnen opleveren voor Nederlandse landbouwbedrijven. Nederlandse landbouwers produceren maar heel weinig gewassen waarvoor ze subsidie krijgen uit Brussel, zoals graan. Ze telen veelal aardappelen, groenten en andere ’vrije producten’, dat wil zeggen gewassen zonder Europese bemoeienis.
„Als straks akkerbouwers in Frankrijk die nu graan verbouwen, overschakelen op aardappelen, betekent dat concurrentie voor de huidige telers. Maar zij krijgen op grond van hun historische productie subsidie, en de Nederlandse aardappelboer niet.” Hij vindt dat daar een regeling voor moet komen.
Om in aanmerking te komen voor de subsidie nieuwe stijl moeten boeren aan allerlei milieueisen voldoen. Mulder waarschuwt dat duidelijk moet zijn welke dat zijn. Nederland voldoet nu al niet aan de nitraatnorm (hoeveelheid mest die mag worden uitgereden). Als dat een criterium wordt, zijn Fischlers plannen desastreus voor Nederlandse boeren.