Buitenland

Onverwachts bezoek uit Syrië in druzendorp Majdal Shamas

Grote consternatie, afgelopen zondag in het doorgaans rustig dorpje Majdal Shamas in het Israëlische Hermongebergte. Een groep van meer dan honderd Palestijnen uit Syrië was de grens overgestoken.

Alfred Muller
21 May 2011 10:07Gewijzigd op 14 November 2020 15:05
Majdal Shamas aan de grens met Syrië. Foto Alfred Muller
Majdal Shamas aan de grens met Syrië. Foto Alfred Muller

Aanvankelijk renden de Palestijnen door de straten van de staat, zeggen ooggetuigen uit Majdal Shamas (zie kader). Daarna verzamelden ze zich op een plein bij het standbeeld van een druzenheld.

Shefaa Abu Jabal, een 25-jarige inwoner van het dorp, sprak uitgebreid met hen. „Ze vroegen ons naar de plaatsen in Palestina waar hun families vandaan komen”, vertelt ze in het plaatselijke Café Beethoven, waar op de achtergrond popmuziek klinkt. „Ze vroegen ons te laten zien hoe ze daarheen konden gaan. Het kostte enige tijd om hen aan het verstand te brengen dat bijvoorbeeld Nazareth anderhalf uur met de auto is en dat je daar dus niet zomaar even heen loopt.”

De van oorsprong Syrische Abu Jabal heeft zondag alles gezien. Veel dorpelingen verzamelden zich om te zien hoe zo’n 4000 Palestijnen zich aan de Syrische kant van de zogenoemde Schreeuwheuvel hadden verzameld. Het Syrische regime had gratis vervoer voor hen geregeld, terwijl grenswachten hen de grens zo dicht mogelijk lieten naderen. Om halftwee was het zo ver. „Opeens begonnen ze in onze richting te lopen. We riepen dat er landmijnen waren. Ze waren bang en er ontstond chaos.”

De communicatiedeskundige gelooft dat het Syrische regime de aandacht wil afleiden van wat er in Syrië gebeurt. De media in het land begonnen namelijk dezelfde dag nog de Palestijnen te verheerlijken die de grens overstaken.

Al snel verschenen er tientallen jonge Israëlische soldaten in Majdal Shamas. Die riepen de Palestijnen toe dat ze weg moesten blijven. Ze begonnen te schieten. Abu Jabal: „De soldaten schoten niet op het hoofd, maar op de benen. Ze hadden niet de bedoeling iemand dood te schieten. Veel mensen raakten gewond. Een van de mannen probeerde blijkbaar wat op te rapen en bukte zich. De kogel ging er hier in en kwam er daar weer uit”, zegt ze, terwijl ze met haar vinger een beweging van de ene kant van haar hoofd naar de andere maakt. „We hebben er een foto van.”

„Iedereen was geschokt”, vertelt ze. „Ook de mensen in het dorp. Zoiets was nog nooit gebeurd in de afgelopen 43 jaar dat Israël de Golan bezet. Toen ze van de grens naar het plein liepen, zongen ze over Palestina. Ze hadden Palestijnse vlaggen bij zich. Het waren jonge mannen, maar er waren ook een paar vrouwen bij. Ze liepen door de straten en vroegen om water. De mensen gaven hun voedsel en drinken op het plein, waar zich ongeveer 200 van hen hadden verzameld en begonnen met hen te praten.”

Abu Jabal sprak met een van hen in de kliniek, waar de gewonden werden heengebracht. „Hij zag dat zijn broer was geraakt en hij zocht hem. Hij vond hem niet bij de grens en kwam maar naar de kliniek. Ik vroeg hem waarom ze dit deden. Hij zei:„ Dit was de bedoeling niet. We kwamen hier alleen maar voor de Nakbaherdenking.” Bij deze gelegenheid herdenken de Palestijnen de vlucht en verdrijving van hun volksgenoten rond de stichting van de staat Israël in 1948.

Sleutels

Er waren echter ook demonstranten die er klaarblijkelijk rekening mee hielden dat ze niet naar Syrië zouden terugkeren. Ze vertelden dat ze afscheid genomen hadden van hun vrouwen en moeders. Een man vertelde aan Abu Jabal dat hij de avond tevoren was getrouwd en zijn vrouw vertelde dat hij niet meer terugkwam. Ze waren bereid ”shaheed” (martelaar, AM) te worden. Ze wisten dat er landmijnen lagen.”

Abu Jabal: „Ze zeiden allemaal: „Wij willen terug naar Palestina.” Sommigen hadden de oude sleutels van hun huizen bij zich en vroegen waar hun geboorteplaats lag. Ze dachten zo door te kunnen rennen naar Palestina. Ze hadden geen idee van de realiteit. Ze hadden geen wapens bij zich, maar ze hadden wel stenen naar de soldaten gegooid.”

De communicatiedeskundige geeft aan dat de Palestijnen uit het vluchtelingenkamp Yarmuk kwamen. „Politieke vrijheid of vrijheid van meningsuiting bestaat daar niet. Ze spraken over armoede en waren verbaasd over de rijkdom die we hier hebben.”

De affaire eindigde nadat de religieuze leiders van de druzen op het toneel verschenen. Die spraken met het Israëlische leger, dat ermee akkoord ging de Palestijnse vluchtelingen terug naar Syrië te leiden. De geestelijk leiders riepen de vluchtelingen bij elkaar en zeiden: „Wij willen dat jullie teruggaan. Als je blijft, stoppen ze je in de gevangenis.” Een van de Palestijnen klom op het standbeeld. De mensen moesten hem eraf trekken. Ze wilden niet weg. Het was allemaal zeer emotioneel voor hen.”

Aandenken

Abu Jabal weet niet of de religieuze leiders door wijsheid werden gedreven. „Ik zie het meer als angst. De druzen in ons dorp wilden dat hun volksgenoten teruggingen omdat ze bang waren. Als druus moet je om religieuze redenen gastvrij zijn, maar als je hen beschermt en in huis neemt, breng je jezelf in gevaar vanwege de Israëlische autoriteiten.”

Ze voelt zich Syrische. En als Syrische volgt ze nauwgezet de huidige onlusten in haar vaderland op de voet. Zij en een aantal andere activisten stelden een manifest op, dat protesteert tegen het doden van burgers in Syrië. Ze schat dat er ten minste 800 mensen zijn gedood en dat 1200 personen zijn verdwenen. Ze vertelt dat honderd Palestijnen het manifest hebben ondertekend.

Ten slotte vertrokken de Palestijnen weer. Om halfzeven trokken de laatsten de grens weer over. „Iedereen nam wat mee. Een beetje grond of planten, zoals rozen. Ik geloof dat er nog een paar achterbleven. Ik weet niet of ze nog in het dorp zijn. Een van hen had Jaffa bereikt en verscheen op de Israëlische televisie.”

Abu Jabal geloof stellig dat er door de actie van de Palestijnen dingen zullen veranderen. De grens bleek niet veel meer dan een dom hekwerk te zijn. „De druzen hier voelen zich trots. Hun Palestijnse broeders kwamen hier.”

Israël zal meer landmijnen gaan plaatsen nabij Majdal Shamas en meer politieagenten inzetten. Tot nu toe zaten de soldaten alleen op hun basis. Er zullen nu meer soldaten komen en ze zullen meer vragen stellen. Abu Jabal: „Ze hebben me nooit gevraagd naar mijn identiteitskaart. Maar in de afgelopen dagen vroegen ze iedereen die te laten zien. De dingen gaan nu veranderen.”


Schreeuwheuvel

De Golan werd in 1967 door het Israëlische leger bezet. Israëliërs stichtten enkele dorpen, maar het gebied blijft dunbevolkt. Het grotendeels verlaten landschap is rijkelijk voorzien van bomen en gele bordjes met zwarte letters met de woorden ”gevaar: mijnen”. Hier en daar wappert een vlag bij een monument van omgekomen Israëlische soldaten.

De vier druzendorpen bevinden zich aan de noordzijde van de Golanhoogte. Majdal Shamas aan de voet van de Hermongebergte is met zijn circa 9000 inwoners het grootste. De meeste druzen voelen zich Syriër, ook al spreken ze naast Arabisch vlot Hebreeuws. De dorpjes worden bezocht door Israëliërs en er deden zich de laatste jaren weinig problemen voor.

Bij de Schreeuwheuvel, genoemd naar de wijze waarop druzen aan weerskanten van de Israëlisch-Syrische scheidslijn met elkaar communiceren, zijn nog altijd soldaten gelegerd. Ze hebben het geschut in de richting opgesteld waar de Palestijnen de grens overkwamen. Het prikkeldraad is splinternieuw. Aan de overkant op de heuvel kunnen we de Syrische soldaten zien. De Palestijnen liepen van deze heuvel naar beneden. Ze staken de grens in het dal over en liepen Majdal Shamas binnen. Ten zuiden van de Schreeuwheuvel zijn bulldozers van het leger aan het werk. De grens krijgt een opknapbeurt.


Leger niet voorbereid op komst vluchtelingen

In de oorlog die in mei 1948 begon, verloren honderdduizenden Arabische Palestijnen hun huizen en goederen omdat ze op de vlucht sloegen of omdat ze werden verdreven. Palestijnen eisen dat ze het recht krijgen om terug te keren naar de plaatsen waar hun families vandaan kwamen.

De UNRWA, het VN-agentschap dat zich bezighoudt met de Palestijnse vluchtelingen, telde in 1950 914.000 vluchtelingen. Dit aantal is door bevolkingsaanwas inmiddels gestegen tot meer dan 6 miljoen.

Jaarlijks herdenken Palestijnen ”de catastrofe”, die hun in 1948 overkwam. Politie en leger verwachtten dit jaar dat de demonstraties moeilijker te beteugelen zouden zijn dan vorig jaar. Activisten hadden namelijk op internet opgeroepen tot de start van een derde intifada en een mars op Palestina.

De Israëlische politie verwachtte met name in Jeruzalem en ten noorden van Jeruzalem problemen. In de Arabische wijken in Noord-Jeruzalem stegen hier en daar rookwolken op. Bij het vluchtelingenkamp Kalandia in Noord-Jeruzalem raakten Palestijnen en Israëlische veiligheidstroepen slaags. Volgens de Palestijnse nieuwsbureau Maan raakten daarbij 55 demonstranten gewond. Ook elders in Jeruzalem deden zich incidenten voor, maar de onlusten waren minder erg dan gevreesd.

Bij het druzendorp Majdal Shamas op de Golanhoogte kwamen Palestijnse vluchtelingen –dat wil zeggen: kinderen en kleinkinderen van vluchtelingen– de grens over. Ofir Gendelman, een van de woordvoerders van premier Benjamin Netanyahu, vertelde de pers dat Palestijnen mogelijk vaker pogingen zullen ondernemen om de grens over te steken. „Ze kunnen rustig demonstreren aan de andere kant van de grens, maar als ze de internationale grens oversteken, verdedigen we onze soevereiniteit.”

Hoe? Israël geeft er volgens hem de voorkeur aan om geen wapens te gebruiken. „We zetten liever vreedzame methoden in.” Het probleem is echter dat Israël lange grenzen heeft en niet overal soldaten neer kan zetten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer