Opinie

Alle reden om vrijmoedig te praten over nabije komst van Christus

Wie de dag des oordeels meent te kunnen voorspellen, is een valse profeet, stelt prof. dr. J. Hoek. Maar de tekenen der tijden wijzen er wel op dat die dag steeds dichterbij komt.

19 May 2011 19:54Gewijzigd op 14 November 2020 15:03
Harold Camping, de 89-jarige directeur van  de Californische organisatie Family Radio, stelt dat het einde van de wereld zal komen op 21 mei 2011. Foto Trenddefender
Harold Camping, de 89-jarige directeur van de Californische organisatie Family Radio, stelt dat het einde van de wereld zal komen op 21 mei 2011. Foto Trenddefender

Het was dinsdag voorpaginanieuws in deze krant, maar misschien had u het al eerder vernomen via een poster op het station: ”Dag des oordeels: 21 mei. De Bijbel garandeert het!” Harold Camping, de 89-jarige directeur van de Californische organisatie Family Radio, stelt in een pamflet, dat digitaal wereldwijd in vele talen verspreid wordt, dat de Bijbel ons „een absoluut bewijs geeft dat in het jaar 2011 het einde van de wereld zal komen” en wel op de 21e mei.

Ik ga niet in op de ingenieuze berekeningswijze die deze man heeft toegepast, maar plaats enkele kanttekeningen bij deze curieuze boodschap.

In de eerste plaats behoeft geen christen dit serieus te nemen. Zaterdag 21 mei is een even waarschijnlijke kandidaat om de jongste dag te worden als vrijdag 20 of zondag 22 mei. En 2011 komt niet meer of minder in aanmerking om het laatste jaar van de geschiedenis te zijn dan bijvoorbeeld 2012 of 2021.

De Bijbel spreekt inderdaad met „absolute duidelijkheid” over de komst van de jongste dag en de realiteit van het laatste oordeel. Jezus komt spoedig terug. Dat heeft Hij Zelf beloofd. Wij mogen niet twijfelen aan de waarheid van Zijn woord dat Hij als Bruidegom aan Zijn bruid heeft gegeven. Maar even duidelijk heeft Hij gezegd dat het tijdstip van Zijn komst niet te berekenen valt.

Bekend is Zijn uitspraak: „Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader” (Mark. 13:32). Dit doet niets af aan de alwetendheid van de Zoon. Waar het om gaat, is dat volgens Jezus het tijdstip van de jongste dag niet behoort tot de ”geopenbaarde dingen”, maar tot de verborgen raad van God. Als God op aarde verkondigt Jezus alleen de geopenbaarde dingen, als Gods eeuwige Zoon kent Hij met de Vader en de Geest ook alle verborgen dingen.

Hier ligt dus een fundamentele scheidslijn. Dat impliceert dat wie beweert het tijdstip van de jongste dag te kunnen vaststellen een valse profeet is. Hij ‘weet’ meer dan Jezus. De Heiland waarschuwt: „Pas op dat u niet misleid wordt. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en: De tijd is nabijgekomen. Ga hen dan niet achterna” (Luk. 21:8).

Je kunt er meewarig de schouders over ophalen dat mensen zo veel moeite doen om een totaal ongefundeerde boodschap wereldwijd te verspreiden. We moeten echter niet onderschatten hoeveel schade zoiets aanricht. De man in de straat en de vrouw op het perron zullen geneigd zijn de Bijbelse boodschap op één hoop te gooien met zo’n sektarische proclamatie. Een journaliste op de radio vertelde hoe mensen in drommen aan het pamflet voorbijgingen zonder op of om te kijken. Eén jongeman stond wel even stil, las de tekst aandachtig, noteerde de datum in zijn agenda en liep daarna weer rustig door. De actie van Family Radio is contraproductief voor de verbreiding van het Evangelie van Christus, de komende Rechter van hemel en aarde.

Het is intussen goed mogelijk dat een sceptische collega of onkerkelijke buurvrouw ons commentaar vraagt op deze boodschap, die via de media veel aandacht heeft gekregen. Het is dan van belang een passend antwoord gereed te hebben. Laten we met twee woorden spreken: even resoluut in het onderstrepen van de werkelijkheid van Jezus’ definitieve komen naar deze aarde als in de afwijzing van de berekeningen van Harold Camping. Laten we proberen naar aanleiding van een vals bericht de goede boodschap door te geven.

En al gaan we niet mee in speculatieve berekeningen, we rekenen toch wel met Christus’ spoedige komst? We staan er in 2011 niet hetzelfde voor als bijvoorbeeld 500 jaar geleden. Er is duidelijk een verheviging te zien in de tekenen der tijden. Aan de ene kant in negatieve zin: de wereld wordt er niet vrediger en aangenamer op. De machten van de duisternis openbaren zich steeds sterker. De strijd tussen Licht en duisternis komt tot een hoogtepunt. Anderzijds is het grootste teken van de eindtijd, de wereldwijde verkondiging van het Evangelie, sinds de 20e eeuw in een geweldige stroomversnelling gekomen. Daarnaast geeft Gods weg met het volk der Joden te denken. Is de verzameling van de Joden in het vanouds beloofde land geen opmaat naar de vervulling van Gods belofte in Romeinen 11 dat „geheel Israël” zalig zal worden? Alle reden om in 2011 vrijmoedig te spreken over de nabije komst van Christus!

We respecteren Gods geheim. In gespannen verwachting gaan waakzaamheid en nuchterheid hand in hand. Waakzaam: Hij kan elke dag komen. Nuchter: zolang het nog niet zo ver is, doen we wat onze hand vindt om te doen. En intussen, zoals Johannes Calvijn zei, „naar de komst van de Heere verlangen als naar de allergelukkigste zaak.”

De auteur is bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer