Een chronisch gevoel van leegte
Titel:
”Wat burnout met je doet”
Auteur: Pieter Dingemanse
ISBN 90 239 1312 4
Pagina’s: 180
Prijs: ”Wat borderline met je doet”, door Arthur Hegger; ISBN 90 239 1313 2; 150 blz.; beide verschenen bij uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2003; € 13,50 per deel.
Eén ervaringsverhaal van iemand die lijdt aan een psychische aandoening heeft vaak meer impact dan een uitvoerige theoretische uiteenzetting over het ziektebeeld. Tegelijkertijd is die achtergrondinformatie echter van belang om het persoonlijke verhaal beter te kunnen begrijpen. Het is dan ook een gouden greep dat uitgeverij Boekencentrum beide aspecten integreert in een nieuwe reeks over het omgaan met psychische problemen. De eerste twee delen liggen sinds deze week in de winkel.
Burn-out, schizofrenie, borderline. Regelmatig brengen uitgevers ervaringsverhalen op de markt van mensen die met dergelijke problemen te maken hebben (gehad). De seculiere markt leek in dit opzicht de afgelopen jaren verder ontwikkeld dan de christelijke. Dat leverde boeken op die voor lezers van orthodox-christelijken huize weliswaar herkenbaar waren waar het de beschrijving van de ziekteverschijnselen betrof, maar vaak niet waar het om de leefwereld van de ervaringsdeskundigen ging. Specifieke vragen over de relatie tussen geloof en psychisch lijden kwamen in dergelijke uitgaven bovendien niet of nauwelijks aan bod.
Het is daarom toe te juichen dat uitgeverij Boekencentrum een nieuwe reeks start over het omgaan met psychische problemen, waarbij ervaringsverhalen een belangrijke plaats innemen. De serie, die naar verwachting zo’n tien delen gaat tellen, staat onder eindredactie van drs. A. Th. Hegger, psychotherapeut en staffunctionaris bij Eleos, stichting voor gereformeerde geestelijke gezondheidszorg. Hij is zelf ook auteur van een van de eerste twee delen, namelijk dat over borderline. Het tweede deel, dat tegelijkertijd op de markt komt, is geschreven door psycholoog drs. P. Dingemanse en handelt over burn-out. Het is de bedoeling dat er komend najaar delen over het omgaan met schizofrenie en dwangstoornissen verschijnen.
Opgebrand
”Wat burnout met je doet” heeft een thema waardoor velen zich aangesproken zullen weten. In het eerste deel van deze uitgave zijn vijf interviews met ervaringsdeskundigen opgenomen, die zeker herkenning zullen oproepen bij degenen die persoonlijk of vanuit hun naaste omgeving weten wat het betekent opgebrand te zijn. Voordeel van het plaatsen van verschillende interviews is dat de variaties in het ziektebeeld naar voren komen, terwijl bijvoorbeeld het bekende boek ”De lessen van burn-out” van Annegreet van Bergen geheel op de situatie van één persoon is gericht.
Dingemanse spreekt bij burn-out nadrukkelijk over een aan het werk gerelateerd probleem. In de interviews komt duidelijk de rol naar voren die (begeleiding op) het werk speelt in het ontstaan van burn-out. Dat maakt dit boek tot een aanrader voor iedereen die in zijn werk leiding moet geven. „In mijn vroegere functie had ik alles in de hand. Doordat ik veel te snel volledig de taak van mijn collega moest overnemen zonder voldoende ingewerkt te zijn, zonder voldoende begeleiding en ondersteuning vanuit het bedrijf, kwam ik in een heel moeilijke positie te zitten. Dat leverde veel spanning en onzekerheden op. Mijn greep op het werk was weg”, zo vertelt de 33-jarige Koos in een interview. Ook het idee dat hij nooit weet of zijn baas het werk dat hij doet goed vindt, speelt een rol. „Er is nooit bevestiging.”
De interviews geven een indruk van de factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van burn-out, het verloop van het ziekteproces, de invloed daarvan op de omgeving en de terugkeer naar de werkvloer. Duidelijk is dat burn-out een kwestie van maanden is. Koos begon na vier maanden weer drie uur per dag te werken. Jacqueline (28), secretaresse van beroep, zat negen maanden thuis, voordat ze voorzichtig vier uur per week begon te werken. Jochem (41), predikant, maakte na eveneens negen maanden een start met één dag per week.
Nieuw soort cement
In het tweede deel van het boek beschrijft Pieter Dingemanse de theoretische achtergronden van burn-out, waarbij het beeld van een leeggelopen accu regelmatig terugkeert. Er moet in een mensenleven een balans zijn tussen het krijgen en het verbruiken van energie. Als de accu langere tijd meer energie levert dan ontvangt, raakt de balans verstoord. Interessant is in dit verband dat de auteur, in navolging van M. A. de Ronde, stelt dat godsdienst bij veel mensen een steeds minder belangrijke plaats inneemt als basis voor het maken van keuzen.
„Economie en werk bepalen steeds meer onze keuzes. Betaalde arbeid komt hierbij steeds meer in het centrum te staan, alsof het een nieuw soort cement geworden is”, schrijft Dingemanse. Het is jammer dat hij dit onderwerp niet verder uitdiept. Hoe zit het bijvoorbeeld met mensen voor wie het geloof wél belangrijker is dan geld en werk, maar die toch vastlopen? Welke invloed heeft een bijbelse visie op arbeid en het ervaren van een sterk roepingsbesef bij (ambtelijke) taken naast een (drukke) baan? Dergelijke vragen komen helaas niet expliciet aan de orde.
Allerlei onderwerpen passeren vervolgens de revue, zoals mogelijkheden van behandeling, lichamelijk herstel en reïntegratie. Praktische oefeningen, bijvoorbeeld betreffende denkfouten en conflictstijlen, maken het mogelijk deze uitgave ook als een werkboek te gebruiken. Eerlijk geeft de auteur daarbij aan dat de opdrachten geen formule voor succes op de korte termijn zijn. „De oude denkgewoonten zijn er jarenlang dagelijks zo sterk ingesleten dat ze zich tot karaktereigenschappen hebben ontwikkeld. Er is dan ook een langdurige training voor nodig om die goed te veranderen.”
Instabiele relaties
Mensen met een borderlinestoornis en hun naastbetrokkenen vormen de doelgroep voor het tweede deel in de serie: ”Wat borderline met je doet”. Auteur Arthur Hegger schrijft openhartig dat het om een ook voor hem als hulpverlener ingewikkelde problematiek gaat. Als beginnend therapeut sprak hij met cliënten die een innerlijke structuur misten en klaagden over een chronisch gevoel van leegte. Ze gingen achteruit als hij hen op de hem bekende manier behandelde. Met de tijd groeide bij Hegger het besef dat een goede samenwerking tussen cliënt, naastbetrokkenen en hulpverleners noodzakelijk is voor een behandeling van de borderlinestoornis. Hij definieert deze als „een ernstige psychiatrische diagnose, die gekenmerkt wordt door een diepgaand patroon van instabiele relaties en snel wisselende stemmingen.”
In Nederland lijden naar schatting 150.000 tot 250.000 mensen aan borderline. Hegger oppert dat de toenemende zichtbaarheid daarvan een neveneffect kan zijn van de in onze maatschappij gangbare levenswijze, waarbij onderlinge relaties niet vanzelfsprekend zijn. „Mensen die niet zo stevig in elkaar zitten en steun van anderen nodig hebben, vallen door de mand. Ze missen de bescherming van een vaste orde in een hechte gemeenschap. Dat kan tot gevolg hebben dat de problemen van borderlines nu meer dan vroeger zichtbaar worden.”
Allerlei aspecten van borderline komen vervolgens aan bod, waaronder factoren die kunnen meespelen bij het ontstaan van de stoornis, effecten op de naastbetrokkenen en mogelijkheden van behandeling. Een apart hoofdstuk wijdt Hegger aan de ”De invloed van het geloof”. Met verschillende voorbeelden illustreert de auteur dat het geloof voor mensen met borderline een bron van steun kan zijn. Opvallend daarbij zijn de bijzondere godsdienstige ervaringen, waaronder ingevingen en visioenen, waarover betrokkenen spreken. Daarin is het zwartwitschema van iemand met borderline soms duidelijk terug te vinden. „Als je een ingeving krijgt die je aan God toeschrijft, overleg eerst met anderen voordat je handelt. Het kan zijn dat je impulsiviteit verwart met God en dat je onnodige risico’s loopt”, waarschuwt de hulpverlener.
Dwanggedachten
Het theoretische gedeelte, waarin Hegger regelmatig praktische tips voor mensen met borderline en naastbetrokkenen opsomt, wordt voorafgegaan door vijf interviews. Het is jammer dat het daarin alleen om vrouwen met borderline gaat. Driekwart van de betrokkenen mag dan vrouw zijn, het boek had aan waarde gewonnen als in de interviews ook minimaal één man over zijn ervaringen met deze stoornis aan het woord was gekomen. Dat laat onverlet dat de vijf vraaggesprekken, waarvan één met een moeder van een meisje met borderline, een indringend beeld achterlaten van de impact van deze complexe ziekte.
Mevrouw Bos (43) vertelt hoe ze bij een positieve gebeurtenis te maken krijgt met dwanggedachten. „Toen bijvoorbeeld een van de kinderen met zijn diploma thuiskwam, was ik natuurlijk blij. Maar weet je wat er door me heen ging? Als ik dat diploma nou eens ga verscheuren? Pas geleden stond ik met mijn man in de keuken met de waterkoker in mijn handen. Dan denk ik: Als ik die nu eens over hem heen giet? (…) Onze oudste kleindochter bracht een dag bij ons door. Dat was heerlijk. Toen ik haar naar huis bracht, dacht ik: Als ik nu met haar het water in rijd? Ik kan die positieve emotie niet aan en sla dan door naar de andere kant.”
Bij verschillenden van de geïnterviewden is sprake van zelfbeschadiging. Een schrijnend voorbeeld daarvan komt in een interview met mevrouw De Bruin (36) naar voren. Als ze in een ziekenhuis naar een andere afdeling wordt overgeplaatst, kan ze de vrijheid niet aan en begint ze zichzelf te snijden. „Ik wist gewoon niet hoe ik mijzelf kon uiten, want dat had ik vanaf mijn vierde jaar niet meer gedaan. Op een gegeven moment barstten al die gevoelens eruit, terwijl je helemaal geen vaardigheden had opgebouwd.” Tijdens een volgende opname loopt ze brandwonden op als ze ’s nachts haar pyjama in brand steekt.
Samenhangend
De uitgaven over burn-out en borderline geven een duidelijk beeld van de opzet die Boekencentrum met de nieuwe reeks voor ogen staat. De interviews zijn op deskundige wijze afgenomen door studenten maatschappelijk werk en dienstverlening aan de Christelijke Hogeschool Ede. De variëteit van de geïnterviewden is groot. Zo maakt de lezer niet alleen kennis met mensen die bij een evangelische of reformatorische kerk behoren, maar ook met een vrouw die healing- en meditatiecursussen volgt en zich door een spiritueel therapeut laat behandelen.
Doordat de auteurs in het theoretische gedeelte regelmatig verwijzen naar de interviews wordt de combinatie van beide aspecten extra versterkt. De twee onderdelen vormen op die manier een samenhangend geheel, waardoor deze uitgave aan waarde wint. Positief is ook de regelmatig terugkerende aandacht voor de omgeving van mensen met burn-out of borderline, die op verschillende manieren nadrukkelijk geconfronteerd wordt met het ziektebeeld van de ander. Er is kortom reden genoeg om uit te kijken naar de volgende delen in deze serie.