De gemeente en de stichting liggen al jaren met elkaar in de clinch over de bestemming van De Otter. Amsterdam wil de 17e-eeuwse molen dolgraag behouden aan de Kostverlorenvaart. De molen maakt deel uit van het verhaal van de stad, aldus het stadsdeel. „Het is een Amsterdamse molen en die hoort thuis in Amsterdam”, zei stadsdeelwethouder Godfried Lambriex (cultuur). West heeft ook een schorsingsverzoek ingediend bij de Raad van State.

Stichting De Otter stapte naar de rechter nadat de gemeente vorig jaar in een hernieuwde bezwaarprocedure had besloten dat de molen op de huidige plek moest blijven. Een windonderzoek toonde aan dat hij voldoende uren per jaar kon draaien.

De stichting spreekt echter tegen dat er voldoende wind staat door de nieuwbouw die rondom de molen is verrezen, waaronder een 55 meter hoge toren. Daardoor kan De Otter volgens haar niet meer volop zagen en zal hij in verval raken. Het windaanbod is in Uitgeest veel groter en de molen zal met behulp van Europese subsidies herbouwd worden en blijven gewaarborgd, aldus de stichting. De rechtbank ging mee met deze argumenten en stelde haar in het gelijk.

Molens als De Otter speelden een belangrijke rol in de Gouden Eeuw. Ze zaagden de planken voor de scheeps- en huizenbouw van marinestad Amsterdam.