Hoofdverdachte vastgoedfraude bijt van zich af
AMSTERDAM – Jan van V., hoofdverdachte in de grootste fraudezaak in Nederland, bijt in een lang interview in het jongste nummer van weekblad Elsevier van zich af.
Zo ontkent Van V. tegenover zijn interviewer, publicist en schrijver Leon de Winter, dat hij zich schuldig maakte aan omkoping.
Jan van V. wordt er onder meer van verdacht in 2006 Rob L., destijds directeur bij Philips Pensionfonds, te hebben omgekocht met drie horloges, per stuk zo’n 10.000 euro waard. „Het geven van horloges aan Rob L. kan misschien, met het wetboek ernaast, worden gezien als omkoping, maar daar heb ik destijds nooit zo naar gekeken. Stom misschien, maar het is zo. Niet bij stilgestaan.”
De vastgoedfraudezaak (Klimop geheten) draait rond honderden frauduleuze projecten bij Bouwfonds (nu in handen van Rabo Vastgoedgroep) en Philips Pensioenfonds. De zaak telt zo’n 125 verdachten: 50 personen en 75 bedrijven. Vermoedelijk is er zo’n 250 miljoen euro weggesluisd.
Van V. was van 1995 tot 2001 topman bij Bouwfonds. Hij zou de voormalige semioverheidsinstelling tientallen miljoenen uit de zaak hebben geklopt. Inmiddels is Van V. met de huidige eigenaar van Bouwfonds, Rabo Vastgoedgroep, een schikking van 70 miljoen overeen gekomen.
In het Elsevierinterview, dat tot stand kwam op verzoek van een medestander van de hoofdverdachte, zegt Jan van V.: „Bij het Bouwfonds en bij de pensioenfondsen werd al tientallen jaren op een bepaalde manier zaken gedaan. Dat heb ik niet uitgevonden. Iedereen wist daarvan, iedereen liet het toe, inclusief de commissarissen en toezichthouders van die bedrijven. Dit gaat deze hele markt aan. Is die markt verrot? Is het verrot om iemand dure horloges te geven? In de ogen van iemand die een HEMA-horloge van nog geen 20 euro draagt, zeker. Maar wat ons is overkomen, daar klopt niets van.”
Een groot deel van het interview gaat over Van V.’s gevangenschap van een halfjaar. Hij zat enkele maanden geïsoleerd in een huis van bewaring. „Als je zo lang alleen bent, slaat je hoofd op hol. Ik weet niet waar dat precies door komt. Je wordt eigenlijk langzaam gek, en je beseft dat ook. Je gaat malen.”
In het cellencomplex was het een „gruwelijke herrie”, vertelt Van V. „Het was soms oorverdovend en beangstigend, vooral als er voetbal was, dan leek het werkelijk of de gevangenis in puin werd geslagen.”
Van V. zweeg in de rechercheverhoren. Hij staat terecht bij de rechtbank in Haarlem, waar hij wel praat. De Winter zegt „zeker honderd uur” met Van V. te hebben gesproken. De hoofdverdachte is een „psychologisch mysterie. Hij is gevoelig en hard. Hij toont mededogen en is tegelijk onverbiddelijk. Jan van V. is een zeventiende-eeuwse Hollandse koopman voor wie geen enkele regel of wet een obstakel vormt wanneer hij op weg is naar een deal.”