‘Het zou een grove schending van onze eigen belangen zijn om ons los te snijden van de belangrijkste strategische, economische en politieke alliantie in onze buurt’, zei Blair. De premier zei er zeker van te zijn dat Groot–Brittannië de euro zal invoeren, maar voegde eraan toe dat de Britse economie er wel helemaal klaar voor moet zijn.

Veel Britten staan afwijzend tegenover versteviging van de banden met het Europese vasteland en dus tegenover de euro. Zowel Blair als Brown benadrukte dat ze er alles aan zullen doen om de bevolking duidelijk te maken dat nauwe banden met Europa in het belang van hun land zijn.

Brown verklaarde maandag dat de Britse economie en die van de twaalf landen tellende muntunie nog onvoldoende naar elkaar toe groeien. De Britse economie is nog te star om eventuele economische schokken binnen de eurozone op te kunnen vangen en vooral op de huizenmarkt en bij de inflatie zijn de risico’s te groot. Van de kant van de Europese Unie zijn maatregelen nodig om tarieven en andere handelsbarrières te slechten, vooral in de handel met de Verenigde Staten. Groot–Brittannië zou volgens hem volgend voorjaar opnieuw moeten bekijken of de economische situatie is verbeterd.

De Duitse bondskanselier Gerhard Schr(der en de Franse president Jacques Chirac reageerden dinsdag positief op de Britse uitlatingen. Schr(der ziet een ‘duidelijk pro–Europees signaal’ in de bereidheid van de Britse regering om mogelijke toetreding tot de eurozone te onderzoeken. Chirac zei dat de eurolanden graag willen dat Groot–Brittannië meedoet aan de euro, maar dat ze niet de intentie hebben het land daartoe te dwingen.