Een jaartje werken in de VS bleek beslissend voor de loopbaan van Harry Otten. Hij ontdekte daar in 1980 dat er met betrouwbaar weernieuws geld verdiend kon worden. Terug in Nederland probeerde hij iets vergelijkbaars van de grond te krijgen bij het KNMI. Maar hij ving bot. „Daarvoor was de tijd nog niet rijp.”

Otten besloot in 1985 om het dan zelf maar te gaan doen. „Ik wilde later niet gefrustreerd terugkijken op mijn loopbaan. Ik had een jong gezin, maar mijn ondernemersbloed kroop waar het niet gaan kon. En ik heb er geen moment spijt van gehad dat ik voor mezelf ben begonnen.”

Geen bank wilde de weerman echter geld lenen, totdat de Rabobank ten lange leste toehapte. De al jaren geleden overleden Jan Pelleboer zei tegen hem: „Harry, waar begin je aan? Je zult er nooit meer dan 200.000 gulden per jaar mee kunnen verdienen. Inmiddels halen we dat bedrag –ongeveer 90.000 euro– per dag binnen”, vertelt de president-directeur van de Meteo Group met een vrolijke twinkeling in zijn ogen.

Het nieuwbakken weerbedrijf wist onder meer media, boeren en energiebedrijven te interesseren voor weersvoorspellingen die op hun behoefte waren afgestemd. „Het KNMI leverde toen algemene weerberichten waar zij niet mee uit de voeten konden”, herinnert Otten zich.

De verstandhouding met het KNMI was overigens niet zo best. Meteo Consult zaagde gestaag aan de poten van zijn monopoliepositie. Intussen maakte dat wettelijke alleenrecht het voor Meteo Consult aanvankelijk lastig om nieuwe klanten te verwerven – dat obstakel werd pas opgeruimd in 1999 toen de overheid de commerciële tak van het KNMI privatiseerde.

Het weerbedrijf richtte zijn pijlen in de jaren 90 op de maritieme sector. Via satellieten helpt Meteo Consult inmiddels ruim 2500 schepen hoge golven en gevaarlijk weer op de wereldzeeën vermijden.

Daarnaast wilde het bedrijf in 1991 weerberichten aan booreilanden gaan leveren. Die poging strandde echter op de Mijnwet waarin het alleenrecht van het KNMI daarop was vastgelegd. Otten: „Wie niet sterk is, moet slim zijn: we hebben toen een revisie van die wet aangevraagd. En dat was tegen het zere been van het KNMI.”

De regering besloot om de weerberichten van beide bedrijven drie maanden lang te vergelijken. „Onze voorspellingen bleken betrouwbaarder dan die van het KNMI.” Daarop paste de overheid de wet aan.

In de beginjaren was het maken van een weerbericht een hele toer, vertelt Otten. „We tekenden weerkaarten in met de gegevens die we kregen van weerballonnen en van schepen op de oceanen. Daaruit leidden we af welk weer we konden verwachten.”

Satellietmetingen betekenden voor Meteo Consult een enorme verbetering bij de analyse van het weer. De weerkundigen van het bedrijf weten nu snel en nauwkeurig wat het weer wereldwijd doet. Die gegevens stoppen ze in computermodellen. Met de uitkomsten daarvan stellen ze vervolgens een zo goed mogelijk weerbericht samen.

„Meteo Consult is nu in staat om het weer over vijf dagen even nauwkeurig te voorspellen als het 25 jaar geleden kon voor twee dagen vooruit. „Daarmee kunnen onze klanten veel geld besparen. Om een indruk te geven: voor de VS is al eens becijferd dat 20 procent van het nationaal inkomen afhankelijk is van het weer.”

Weersverwachtingen komen echter niet altijd uit. „Het weer is een zogeheten chaotisch systeem”, legt Otten uit. „Heel kleine gebeurtenissen kunnen het weer op grote schaal beïnvloeden. Als een mug in Brazilië hoest, kunnen we hier over een maand storm hebben.”

De weerman heeft in de achterliggende 25 jaar het aantal extreme weersomstandigheden zien toenemen. „Bijvoorbeeld de enorme hitte en droogte in Rusland vorig jaar EN de huidige overstromingen van de Mississippi. Sceptici wijzen erop dat al deze verschijnselen kunnen voorkomen in een normaal weersysteem, maar extremen hebben de laatste jaren zo vaak plaats dat klimaatverandering volgens mij een rol moet spelen.”

Ook Nederland wordt warmer, constateert Otten. „We hebben twee keer –in 2007 en 2011– de warmste aprilmaand sinds jaren gehad. Dat is geen toeval meer. De winters worden natter, terwijl de kans op hittegolven in de zomer toeneemt. Ik zie gebeuren dat het in Nederland een keer 40 graden wordt.”

Over belangstelling voor het weer heeft Otten nooit te klagen gehad; die is in Nederland altijd groot geweest. De mogelijkheden om het weer te raadplegen, zijn door de jaren heen flink toegenomen. „In 1986 moesten we het nog doen zonder e-mail en internet. Tegenwoordig leveren wij een app voor de iPhone. Bovendien zijn er de populaire sites buienradar.nl en weeronline.nl.”

Dat de gratis buienradar sinds 2007 zo’n vlucht genomen heeft, verwijt Otten zich nog steeds. „Dat hadden we nooit mogen laten gebeuren. Ze hebben inmiddels vijf keer meer bezoekers dan onze site weer.nl. Onze uitdaging is om voortdurend een hogere kwaliteit te leveren dan zij kunnen.”

Hoewel zijn naam 25 jaar lang onlosmakelijk met Meteo Consult was verbonden, zwaaide Otten vrijdag af en liet een bloeiend bedrijf achter dat vestigingen heeft in het Verenigd Koninkrijk, België, Ierland, Scandinavië, Polen Duitsland, Frankrijk, Spanje en de VS.

Weerman Jan Buisman begon na zijn pensionering aan de achtdelige serie ”Duizend jaar weer en wind in de lage landen”. Wat gaat Otten doen na zijn afscheid bij Meteo Consult?

Gekscherend: „Die ga ik ook schrijven, maar dan over de jaren 2100 tot 3100.” Serieus: „Ik blijf nog één dag per week aan het bedrijf verbonden. Ik probeer nog steeds een luis in de pels van de weermarkt te blijven, waar ook ter wereld.”

www.weer.nl