Conferentie COGG: Luisteren naar stem van buiten deze aarde
PUTTEN – Nu de kerk zich na de verzuiling in de frontlinies bevindt, moet ze ontdekken hoe ze een contrasterende gemeenschap kan zijn, betoogt historicus prof. dr. J. C. Kennedy. Volgens de theoloog prof. dr. A. van de Beek kan dat niet zonder meer, „omdat de kerk zelf is verseculariseerd.”
Prof. Van de Beek: „Men spreekt wel over Jezus Christus als onze Heer en leren leven van de verwondering, maar deze thema’s zijn verweven in een denken dat gericht is op de wereld en ten slotte daaraan dienstbaar is. Het gaat allemaal om aardse macht, aards succes en aardse zelfhandhaving.”
Beide sprekers waren gisteren in het Gelderse Putten te gast op de jaarlijkse conferentie van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte (COGG). De ontmoetingsdag voor leden van verschillende kerken trok negentig bezoekers.
Verdampt
De roep om kerkelijke eenheid verdampt, constateert prof. Kennedy in zijn lezing. „Pakweg honderd jaar geleden werd van buitenaf druk uitgeoefend op de kerk om een te zijn. Die druk is weggevallen. Christenen hangen bovendien minder aan institutionele eenheid. Vormen van christelijke eenheid op lokaal niveau moeten daarom worden aangemoedigd.”
De kerk doet er goed aan zich te bezinnen op haar rol, omdat oude modellen niet altijd toereikend zijn, zegt de hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. „Ten tijde van de verzuiling lag de kerk diep in het christelijke territorium. De christelijke organisaties participeerden in de wereld. Dit soort instanties kan dat niet meer of is al opgeheven. De kerk ligt nu op de frontlinies. In de kerk moeten daarom de heiligen gevoed en opgevoed worden, en voorbereid worden op hun strijd in de wereld.”
De grondhouding is het „luisteren naar een andere Heer. We volgen een stem van buiten deze aarde, een stem die oriëntatie geeft. Zo gaan we een weg met Jezus, een weg anders dan de meesten. De kerk wordt dan een geloofsgemeenschap. En zo is ze een contrasterende gemeenschap.”
Contouren van zo’n contrasterende gemeenschap ziet Kennedy in een liturgie waarbij alles in de kerk Gods handeling ademt, in zicht op de breedte van de wereldkerk, in kwalitatief goede zorg om elkaar en in een communicatiestijl waarin de samenleving kritisch kan worden benaderd. Discipline beoefent een christen ook. „Het is zo makkelijk een beetje goed te zijn, een beetje aardig, een beetje bidden, een beetje kerkgaan, en dan is de christelijke opdracht afgerond. Dat is een vormloos christendom.”
Illusie
In een historisch overzicht beschrijft hij hoe kerken zijn gemarginaliseerd. De ontzuiling vanaf de jaren zestig heeft de kerk extra uitgehold, stelt hij. „Toen de verzuilde culturen ineenzakten, was er weinig animo om de kerkgang te blijven onderhouden. Nu gebruiken Nederlanders, in vergelijking met sterk geseculariseerde landen als Duitsland en Zweden, de kerk veel minder vaak voor doop, huwelijk en begrafenis.”
Kerken in Duitsland, Zweden en Engeland zijn beter toegerust voor het publieke debat, stelt Kennedy. In de eerste twee landen zorgt de rol van staatskerk voor aanzien in de samenleving.
De Nederlandse kerken hebben vanaf de Tweede Wereldoorlog geprobeerd hun christelijke boodschap te doen gelden in de samenleving. De illusie dat men het tij kon keren, vervloog echter in de jaren tachtig, aldus de hoogleraar. „De samenleving zat niet op hen te wachten en binnen de kerk leverde het onenigheid op tussen conservatieven en progressieven.”
Ook de evangelische beweging, aanvankelijk sterk groeiend, stagneerde in de jaren tachtig. „Ze verloor haar assertiviteit. Misschien was er ook wel onzekerheid en een gebrek aan ”knowhow” en ”commitment”.”
Toch is de rol van kerken niet uitgespeeld, vindt de Amsterdamse hoogleraar. Er zijn overlegorganen met de overheid, de Wet maatschappelijke ondersteuning geeft kerken kansen, kerken verwelkomen asielzoekers en bij grote gebeurtenissen zoals de drama’s in Apeldoorn en recent in Alphen kunnen kerken de deuren openen om geschokte mensen op te vangen. „Maar het is de vraag of de kerk alleen als zo’n algemeen nut beogende instantie een rijke toekomst heeft.”
Wereld
Prof. Van de Beek concentreert zich in zijn lezing niet op de rol van kerken in de samenleving, maar op de rol van kerken voor God. Dan komen kerken er bekaaid af, stelt hij vast. Ze zijn verseculariseerd. „Dat betekent dat de kerk haar wandel niet in de hemel heeft, maar op aarde.”
Van de Beek hekelt het feit dat kerkenraden soms de kerk leiden door „op de winkel te passen.” Het begin dit jaar verschenen rapport van bureau Motivaction over de kerk weerspiegelt volgens de emeritus hoogleraar „een kerk die gevangenzit in haar eigen wereldse denken en daarvoor blind is. Alles wat anderen zeggen wordt daarin ingepast.”
Van de Beek roept op om in te gaan in de binnenkamer. „Als we tot inzicht komen hoezeer de kerk de wereld heeft verkozen boven de dingen die boven zijn, waar Christus is, dan is een tijd van diepe boete nodig en een tijd om de wegen des Heeren weer te leren.”