„En er is te Jeruzalem aan de Schaapspoort een badwater, hetwelk in het Hebreeuws toegenaamd wordt Bethesda…” Had iemand van al die zieken die aan Bethesda’s badwater lagen te wachten op de roering van het water hulp nodig, dan was het deze 38-jarige zieke wel. Hij deed wel enige pogingen om op handen en voeten te kruipen, om op de eerste roering van het water in het bad neer te dalen. Telkens kwam hij te laat.

Maar zie, Jezus, de grote Medicijnmeester, zal hem tonen wat meer te kunnen doen dan menselijke medicijnmeesters. Hij maakt hem gezond door een woord te spreken, zodat hij zijn bed opneemt en wandelt.

Wij hebben tot hiertoe met de gezegende Heiland gewandeld door Galilea. Daar hebben we Hem met kracht horen prediken. Wij zagen hem onlangs in de synagoge te Kapernaüm een duivel uitwerpen.

Nu gaan we met de Heiland ter gelegenheid van het hoge jaarfeest naar Jeruzalem. Hier zal een wonder door Jezus verricht worden. Johannes vertelt ons de omstandigheden van tijd en plaats, dus wanneer en waar dit wonder is gebeurd.

Johannes Barueth, predikant te Dordrecht

(”De predikende en wonderdoende Christus”, 1752)