Dat blijkt uit het donderdag gepubliceerd jaarverslag van de SIOD. De dienst kreeg in 2010 een aantal zeer grootschalige en complexe zaken voor de kiezen. Omdat dit veel inzet vergt heeft de SIOD volgens een woordvoerster minder opsporingsonderzoeken kunnen afronden: veertig, tegen 48 in 2009. Het opgespoorde fraudebedrag wisselt ook jaarlijks. Daar waar het vorig jaar ging om 16,3 miljoen euro, ging het in 2009 om 9 miljoen en in 2008 weer om 16,7 miljoen.

Zo zijn in 2010 onder meer negen personen aangehouden wegens verdenking van witwassen van geld, valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie in een onderzoek dat draait om tuinders in Noord-Brabant en Limburg. De leveranciers van aardbeien, frambozen, asperges en champignons zouden werken met een constructie via een Luxemburgse bankrekening en hun oogst op papier verkopen aan een buitenlander die goedkoop Pools personeel regelde.

De SIOD werkt onder meer met de Arbeidsinspectie en de vreemdelingenpolitie ook nauw samen in de strijd tegen uitbuiting en mensenhandel. De opsporingsdienst ziet dit als de „meest extreme variant van arbeidsmarktfraude” en bestrijding daarvan is dan ook een belangrijk speerpunt voor de dienst.

Vorig jaar heeft de opsporingsdienst zes onderzoeken naar arbeidsuitbuiting bij het OM ingeleverd en eind 2010 liepen nog verscheidene onderzoeken. Een uitspraak van de Hoge Raad op 27 oktober 2009 over mensenhandel met het oogmerk arbeidskrachten uit te buiten, heeft de SIOD volgens de woordvoerster erg geholpen in de aanpak hiervan.

Volgens de SIOD werd 2010 gekenmerkt door verschillende veroordelingen voor mensenhandel na het oordeel van de Hoge Raad. Bijvoorbeeld in de Chinese horeca, illegaal Indonesisch personeel voor een toko, marktlui uit India, schoonmaakwerkzaamheden door Bulgaren en Poolse champignonplukkers.

Bij de SIOD werkten in 2010 gemiddeld 291 mensen, gerekend in voltijdsbanen. Dat zijn er bijna twintig minder dan normaal door bezuinigingen op het overheidsapparaat.