Commissie spreekt geref. deputaten tegen
De bezwaren die 22 gereformeerde kerken hebben ingediend tegen besluiten van de gereformeerde synode over de positie van de kerken in de toekomstige Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zijn ongegrond. Dat is de conclusie van een synodecommissie die de behandeling van deze bezwaren op de komende synode heeft voorbereid.
De generale synode van de Gereformeerde Kerken beslist woensdag of zij met dit oordeel van de commissie instemt.
Met haar voorstel wijkt de commissie af van een advies van deputaten appèlzaken (externe deskundigen). Zij hadden de synode juist geadviseerd de bezwaren van de 22 kerken wel te honoreren. De commissie kan zich echter ook na een gesprek met de deputaten niet vinden in de argumenten die deputaten appèlzaken hiervoor hebben aangedragen, omdat zij naar het oordeel van de commissie „niet overtuigend hebben aangetoond dat appellanten (bezwaarden) onrecht is aangedaan.”
Wanneer de gereformeerde synode morgen ertoe neigt het voorstel van de commissie van rapport wel te volgen en het advies van deputaten appèlzaken niet, zullen vervolgens de kerken die bezwaar hebben ingediend en deputaten appèlzaken over dit voornemen opnieuw worden gehoord. Zij krijgen dan op donderdag de gelegenheid hun standpunten nogmaals toe te lichten. Pas daarna neemt de gereformeerde synode een definitief besluit.
De 22 bezwaarmakende gereformeerde kerken vinden dat in de toekomstige PKN de kerkenraad van een gereformeerde kerk de bevoegdheid moet houden om de gemeente los te maken van die verenigde kerk, met behoud van bezittingen.
De gereformeerde synode besloot in juni vorig jaar dat gereformeerde kerken dit recht op uittreding (na een overgangsperiode) moeten opgeven wanneer ze deel gaan uitmaken van de Protestantse Kerk in Nederland.
In 2002 sprak de gereformeerde synode tot twee keer toe over de ingebrachte bezwaren. Zij besloot vervolgens het kerkmodel van de PKN niet meer principieel ter discussie te stellen bij de twee andere SoW-partners, de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk, maar wel tegemoet te komen aan de bezwaren.
De synode zegde allereerst toe een overgangstermijn te bedingen waarbinnen uittreden nog mogelijk is volgens het gereformeerde kerkrecht. In de tweede plaats besloot ze bij de SoW-partners aan te dringen op een expliciete regeling voor die situaties waarin een (deel van een) gemeente zich zou willen onttrekken aan de PKN. Beide besluiten zijn inmiddels uitgevoerd en hebben geresulteerd in voorstellen die voor 12 en 13 juni op de agenda van de triosynode staan.
Voor een deel van de kerken die eerder bezwaar maakten tegen het beoogde kerkmodel van de PKN waren de (inmiddels nagekomen) toezeggingen van de synode echter niet voldoende. De bezwaren van 22 kerken zijn door deputaten appèlzaken en een synodecommissie nogmaals beoordeeld. Deze geven de gereformeerde synode nu echter tegengestelde adviezen.
Ds. D. Westerneng, voorzitter van het Confessioneel Gereformeerde Beraad (CGB), had het besluit van de commissie wel verwacht, zei hij vanmorgen desgevraagd. Het feit dat de commissie onlangs met de bezwaarde kerken sprak, wees er volgens hem al op dat zij een andere opstelling wilde kiezen dan die van deputaten appèlzaken. Als de synode morgenavond het standpunt van de commissie overneemt, verwacht ds. Westerneng „grote problemen.” „Gemeenten die al contacten hebben met andere kerken, zoals de Nederlands Gereformeerde Kerken, zullen verder dit pad opgaan.”
De CGB-voorzitter betreurt het verwijt dat de bezwaarde kerken een spaak in de wiel van Samen op Weg willen steken. „Al vanaf 1992 hebben we ons er sterk voor gemaakt de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente te regelen als iets dat kenmerkend is voor de gereformeerde identiteit. Het moderamen heeft tien jaar de tijd gehad om een zorgvuldige oplossing te bedenken. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Het zit de kerken ook hoog dat de commissie het hoogste rechtscollege heeft gepasseerd. De commissie heeft nu het risico genomen dat de synode haar voorstel afstemt, met alle gevolgen van dien voor het hele proces. En eerlijk gezegd hoop ik daarop”, aldus ds. Westerneng.